4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
feit 1, primair:
op 8 mei 2020 te Oost-Souburg, gemeente Vlissingen, als bestuurder van een motorrijtuig (motorfiets van het merk Suzuki, type GSX-R600) zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door met dat motorrijtuig aanmerkelijk onvoorzichtig en aanmerkelijk onoplettend en met aanmerkelijke verwaarlozing van de te dezen geboden zorgvuldigheid te rijden op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Westerscheldestraat, ter hoogte van de kruising met een zijstraat aan de rechterzijde, eveneens genaamd Westerscheldestraat,
welk genoemd rijgedrag hierin heeft bestaan dat hij, verdachte, toen aldaar,
- heeft gereden op de Westerscheldestraat en de kruising met een zijstraat aan de rechterzijde, eveneens genaamd Westerscheldestraat, heeft genaderd en zijn snelheid niet zodanig heeft aangepast dat hij zijn voertuig tot stilstand kon brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien en waarover deze vrij was; en
- zijn aandacht niet voortdurend op het verkeer en de weg vóór zich heeft gehouden; en:
- zonder aan een van rechts uit een zijstraat komende fietsster voorrang te verlenen, deze kruising is opgereden, en:
- een botsing of aanrijding heeft veroorzaakt met het door [slachtoffer] bestuurde voertuig (een fiets), die komende van rechts uit een zijstraat eveneens genaamd Westerscheldestraat diezelfde kruising was opgereden;
- terwijl hij, verdachte, toen aldaar verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8 lid 5, door zijn motorfiets te besturen onder invloed van cannabis en alcohol, te weten 1,4 microgram THC per liter bloed en een bloedalcoholgehalte van ten minste 1,90 microgram alcohol per milliliter bloed;
als gevolg waarvan:
- [slachtoffer] , bestuurder van de fiets waartegen verdachte op die kruising is
aangebotst of aangereden, zwaar lichamelijk letsel werd toegebracht, te weten een gebroken kuit- en scheenbeen waarvoor gipsverband nodig was en een ziekenhuisopname ter observatie;
feit 2:
op 8 mei 2020 te Oost-Souburg, gemeente Vlissingen, als bestuurder van een motorrijtuig betrokken bij en door wiens gedraging een verkeersongeval is veroorzaakt op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de Westerscheldestraat, de plaats van dat ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [slachtoffer] ) letsel en schade was toegebracht;
feit 3, primair:
op 8 mei 2020 te Oost-Souburg, gemeente Vlissingen, als bestuurder van een motorrijtuig (motorfiets van het merk Suzuki, type GSX-R600) voor het besturen waarvan een rijbewijs was vereist, dit motorrijtuig heeft bestuurd na gebruik van een in artikel 2, van het Besluit alcohol, drugs en geneesmiddelen in het verkeer, aangewezen stof en alcohol als bedoeld in artikel 8, eerste lid van de Wegenverkeerswet 1994, te weten cannabis, terwijl ingevolge een onderzoek in de zin van artikel 8 van de WVW94 het gehalte in zijn bloed bij iedere aangewezen stof en alcohol 1,90 milligram alcohol per milliliter bloed en 1,4 microgram THC per liter bloed bedroeg, in elk geval (telkens) zijnde hoger dan de in artikel 3 van het genoemd Besluit, bij die aangewezen stoffen en alcohol afzonderlijk vermelde grenswaarde;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.