ECLI:NL:RBZWB:2022:5708
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van een naheffingsaanslag parkeerbelasting en de zichtbaarheid van parkeerborden
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 29 september 2022, wordt het beroep van belanghebbende tegen de naheffingsaanslag parkeerbelasting beoordeeld. De heffingsambtenaar had aan belanghebbende een naheffingsaanslag opgelegd van € 67,50, bestaande uit € 2,20 aan belasting en € 65,30 aan kosten, na constatering dat er op 8 oktober 2021 om 19:40 uur geen parkeerbelasting was voldaan op een aangewezen parkeerplaats. Belanghebbende stelde dat hij op 8 oktober 2021 om 17:28 uur had betaald via een parkeerapp, maar dat deze automatisch was beëindigd om 19:28 uur, en dat er geen duidelijk parkeerbord aanwezig was dat de maximale parkeertijd van twee uur aangaf.
De rechtbank oordeelt dat, hoewel de zichtbaarheid van het zonebord twijfelachtig is, het de verantwoordelijkheid van belanghebbende was om de maximale parkeerduur niet te overschrijden. De rechtbank concludeert dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd, omdat belanghebbende niet had gecontroleerd hoe lang hij zijn auto op de parkeerplaats mocht laten staan. Het beroep van belanghebbende wordt ongegrond verklaard, wat betekent dat de naheffingsaanslag in stand blijft en er geen terugbetaling van griffierecht of vergoeding van proceskosten plaatsvindt.