ECLI:NL:RBZWB:2022:5696
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 3 oktober 2022, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft een verzoek ingediend op 26 januari 2021 voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst niet tijdig heeft beslist op dit verzoek. Volgens de Algemene wet bestuursrecht (Awb) moet een bestuursorgaan binnen zes maanden beslissen, met een mogelijke verlenging van zes maanden. De Belastingdienst heeft de termijn verlengd, maar had uiterlijk op 26 januari 2022 moeten beslissen. Eiseres heeft de Belastingdienst in gebreke gesteld, maar de rechtbank constateert dat er nog steeds geen besluit is genomen.
De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt de Belastingdienst op om binnen tien weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook haar griffierecht van € 50,- vergoed en een proceskostenvergoeding van € 379,50. De rechtbank benadrukt dat de zaak als licht wordt aangemerkt, gezien de jurisprudentie over uitblijvende besluiten. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.