ECLI:NL:RBZWB:2022:5695
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
Op 3 oktober 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiseres en de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres had op 2 februari 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelde dat de Belastingdienst niet tijdig had beslist op deze aanvraag, aangezien de beslistermijn van zes maanden op 2 augustus 2021 was verstreken. Eiseres had de Belastingdienst op 5 mei 2022 in gebreke gesteld, maar er was nog steeds geen besluit genomen. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en droeg de Belastingdienst op om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens werd er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn werd overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank stelde de dwangsom vast op € 1.442,-, aangezien er meer dan 42 dagen waren verstreken na de ingebrekestelling. Eiseres kreeg ook haar griffierecht van € 50,- vergoed en een proceskostenvergoeding van € 379,50. De uitspraak werd gedaan door mr. R.P. Broeders, rechter, en is openbaar gemaakt op 3 oktober 2022.