ECLI:NL:RBZWB:2022:5642
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 28 september 2022, wordt het beroep van eiseres behandeld tegen de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres heeft op 4 februari 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst niet tijdig heeft beslist op deze aanvraag, aangezien de wettelijke beslistermijn van zes maanden op 4 augustus 2021 is verstreken. Eiseres heeft de Belastingdienst op 6 december 2021 in gebreke gesteld, maar er is sindsdien geen nieuw besluit genomen.
De rechtbank stelt vast dat het beroep gegrond is, omdat de Belastingdienst in gebreke is gebleven. De rechtbank bepaalt dat de Belastingdienst binnen acht weken na verzending van deze uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres heeft recht op terugbetaling van het door haar betaalde griffierecht van € 50,-. De rechtbank wijst erop dat er geen voor vergoeding in aanmerking komende proceskosten zijn.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.