ECLI:NL:RBZWB:2022:5640
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 28 september 2022, wordt het beroep van eiseres behandeld die stelt dat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, ingediend op 3 mei 2021. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst de wettelijke beslistermijn heeft overschreden. Eiseres had recht op een beslissing uiterlijk op 3 mei 2022, maar de Belastingdienst heeft deze termijn met zes maanden verlengd, waardoor de beslissing pas na deze datum had moeten plaatsvinden. Eiseres heeft de Belastingdienst op 6 mei 2022 in gebreke gesteld, maar er is nog steeds geen besluit genomen.
De rechtbank heeft besloten dat een zitting niet nodig is, omdat dit volgens artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) niet vereist is. De rechtbank verklaart het beroep gegrond en draagt de Belastingdienst op om binnen negen weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen. Tevens wordt er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Eiseres krijgt ook haar griffierecht van € 50,- vergoed en de proceskosten worden vastgesteld op € 379,50, waarbij de rechtbank het gewicht van de zaak als licht heeft beoordeeld.
De uitspraak is gedaan door rechter R.P. Broeders en griffier M.R. Jouvenaar, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Eiseres heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als zij het niet eens is met de uitspraak.