ECLI:NL:RBZWB:2022:5639
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 28 september 2022, wordt het beroep van eiseres behandeld die stelt dat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig heeft beslist op haar aanvraag voor herbeoordeling van de kinderopvangtoeslag, ingediend op 23 december 2020. Eiseres heeft op 12 maart 2022 de Belastingdienst in gebreke gesteld, waarna de rechtbank oordeelt dat de termijn voor het nemen van een besluit is overschreden. De rechtbank stelt vast dat de Belastingdienst uiterlijk op 23 juni 2021 had moeten beslissen, maar dit niet heeft gedaan. De rechtbank oordeelt dat het beroep gegrond is en dat de Belastingdienst alsnog binnen negen weken na de uitspraak een besluit moet nemen.
De rechtbank overweegt dat de Belastingdienst om een verlenging van de beslistermijn heeft verzocht, maar dat een termijn van twee weken niet voldoende is gezien het aantal aanvragen dat in behandeling is. De rechtbank bepaalt dat de Belastingdienst een dwangsom van € 100,- per dag moet betalen voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. Tevens moet de Belastingdienst het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- vergoeden.
De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak binnen zes weken na verzending.