Uitspraak
RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
uitspraak van 2 februari 2022 van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser 2.1] en [naam eiser 2.2], te [plaatsnaam] ,
[naam eiser 2.3] ,te [plaatsnaam] ,
[naam eiser 2.4] en [naam eiser 2.5] ,te [plaatsnaam] ,
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg, verweerder.
Procesverloop
[naam eiser 2.3] en [naam eiser 2.5] waren daarbij samen met hun gemachtigden aanwezig. Het college heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.A.C.J.M. Willemse. Namens vergunninghoudster waren haar gemachtigde en [naam vertegenwoordiger vergunninghoudster] aanwezig.
Overwegingen
2. Gronden
Beslissing
- verklaart de beroepen gegrond;
- vernietigt de bestreden besluiten;
- draagt het college op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op de bezwaren met inachtneming van deze uitspraak;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 178,- aan [naam eiser 1.1] en [naam eiser 1.2] te vergoeden;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 178,- aan [naam eiser 1.3] en [naam eiser 1.4] te vergoeden;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 178,- aan [naam eiser 2.1] en [naam eiser 2.2] te vergoeden;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 178,- aan [naam eiser 2.3] te vergoeden;
- draagt het college op het betaalde griffierecht van € 178,- aan [naam eiser 2.4] en [naam eiser 2.5] te vergoeden;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eisers 1 tot een bedrag van € 1.518,-;
- veroordeelt het college in de proceskosten van eisers 2 tot een bedrag van € 1.518,-.