Op 20 september 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak betreffende de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van een betrokkene, geboren in 1960, die momenteel verblijft in het Forensisch Psychiatrisch Centrum de Pompestichting te Nijmegen. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs te verlengen met twee jaar, afgewezen en in plaats daarvan de tbs met één jaar verlengd. De rechtbank baseert deze beslissing op de noodzaak om de veiligheid van anderen te waarborgen en het recidivegevaar dat voortvloeit uit een ziekelijke stoornis. De betrokkene is eerder veroordeeld voor opzettelijk brandstichten, wat heeft geleid tot een gevangenisstraf en tbs. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kliniek niet volledig heeft voldaan aan eerdere rechterlijke beslissingen, met name met betrekking tot de betrokkenheid van de reclassering in het traject. De rechtbank benadrukt dat de betrokkene moet samenwerken met de reclassering om tot een voorwaardelijke beëindiging van de tbs te komen. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de betrokkene momenteel onbegeleid naar zijn werk kan gaan, wat vragen oproept over de noodzaak van beveiligd verlof binnen de kliniek. De rechtbank heeft de kliniek opgedragen om de resocialisatie van de betrokkene met spoed te bevorderen en heeft de betrokkene gewaarschuwd dat de verlenging van de tbs niet automatisch leidt tot een voorwaardelijke beëindiging na een jaar.