ECLI:NL:RBZWB:2022:5428
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onbevoegdheid van de rechtbank in aansprakelijkheidskwestie door schade aan riolering
Op 16 september 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak tussen eisers, [naam eiser 1] en [naam eiser 2] uit [plaatsnaam], en verweerder, het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. De eisers hebben beroep ingesteld tegen een brief van 27 juli 2022 waarin verweerder de aansprakelijkheid voor de door eisers geleden schade aan hun riolering, veroorzaakt door boomwortels van gemeentegrond, afwees. De rechtbank heeft in deze zaak geoordeeld dat zij kennelijk onbevoegd is om van het beroepschrift kennis te nemen. Dit oordeel is gebaseerd op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), waarin wordt gesteld dat een belanghebbende beroep kan instellen bij de bestuursrechter tegen een besluit van een bestuursorgaan. De afwijzing van de aansprakelijkheid door verweerder is echter niet gedaan in het kader van bestuursrechtelijke taken, maar betreft een privaatrechtelijke kwestie, aangezien de schade is veroorzaakt door eigendom van de gemeente. De rechtbank heeft daarom besloten dat de afwijzing van de aansprakelijkheid niet kan worden gezien als een publiekrechtelijke rechtshandeling, waardoor zij onbevoegd is om het beroep te behandelen. De rechtbank heeft bepaald dat het door eiser betaalde griffierecht zal worden teruggestort en dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, en openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.