Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
een gevangenisstraf van 14 maanden;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 20 september 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het vervoeren van ongeveer 387 kilogram hasjiesj. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 17 juni 2022 in Bergen op Zoom werd aangehouden nadat er een melding was gedaan over een busje dat vermoedelijk drugs vervoerde. Bij de doorzoeking van het busje werden 21 tassen aangetroffen met daarin kleinere pakketjes, die na onderzoek bleken te bestaan uit hasjiesj. De rechtbank oordeelde dat de deskundigheid van de verbalisanten niet ter discussie stond en dat een indicatieve test in dit geval niet noodzakelijk was. De verdachte had opzettelijk gehandeld en had wetenschap van de aanwezigheid van de softdrugs in het busje. De rechtbank legde de verdachte een gevangenisstraf van 14 maanden op, met aftrek van het voorarrest. De beslissing is gebaseerd op de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet, die van toepassing waren ten tijde van het bewezenverklaarde feit. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie gevolgd, die een gevangenisstraf van 14 maanden had geëist, en heeft geen aanleiding gezien om van deze eis af te wijken.