Op 19 september 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder twee winkeldiefstallen, verduistering van een geleende auto, diefstal van koperen kranen en bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht. De verdachte, geboren in 1974 en zonder vaste woon- of verblijfplaats, werd vertegenwoordigd door zijn raadsman, mr. T. ten Velde. Tijdens de zitting op 5 september 2022 was de verdachte niet aanwezig, maar zijn raadsman en de officier van justitie, mr. C. de Pagter, waren wel aanwezig om hun standpunten te presenteren. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging.
De rechtbank heeft de tenlastelegging beoordeeld en achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen. De verdachte werd veroordeeld voor het stelen van vleesproducten en Zwitsal-producten bij een supermarkt, het verduisteren van een auto van een kennis, het stelen van koperen kranen van een camping en het bedreigen van een slachtoffer. De rechtbank heeft de argumenten van de verdediging, die pleitte voor vrijspraak van enkele feiten, verworpen en geconcludeerd dat de verdachte strafbaar was.
Bij de strafoplegging heeft de rechtbank rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, maar ook met zijn lange strafblad en de recidive. De rechtbank legde een gevangenisstraf van drie maanden op, wat minder was dan de door de officier van justitie gevorderde zes maanden. De benadeelde partij, Camping [naam], werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering tot schadevergoeding, omdat de rechtbank vond dat de schade onvoldoende was onderbouwd. De rechtbank heeft de schorsing van het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven en de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht, in mindering gebracht op de opgelegde gevangenisstraf.