ECLI:NL:RBZWB:2022:5379

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 september 2022
Publicatiedatum
15 september 2022
Zaaknummer
AWB- 22_1095
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kennelijk niet-ontvankelijk beroep inzake beëindiging en terugvordering uitkering zelfstandigen

In deze zaak heeft eiseres, woonachtig in België, beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout, die op 9 februari 2022 is genomen. Deze beslissing betreft de beëindiging en terugvordering van de verstrekte uitkering op basis van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen. De rechtbank heeft op 16 september 2022 uitspraak gedaan in deze zaak, waarbij het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is verklaard.

De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres het griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald, ondanks herhaalde verzoeken van de griffier om dit te doen. Eiseres heeft op 10 maart 2022 verzocht om vrijstelling van het griffierecht wegens betalingsonmacht, maar heeft niet gereageerd op de verzoeken om aanvullende informatie over haar inkomen en vermogen. De rechtbank heeft het beroep op betalingsonmacht afgewezen en eiseres opnieuw in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, maar ook deze termijn is verstreken zonder betaling.

Aangezien eiseres geen verontschuldiging heeft gegeven voor het niet tijdig betalen van het griffierecht, heeft de rechtbank geoordeeld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/1095

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 16 september 2022 in de zaak tussen

[naam eiseres] , uit [plaatsnaam] (België), eiseres

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oosterhout, verweerder.

Procesverloop

Eiseres heeft beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van verweerder van 9 februari 2022 (het bestreden besluit) inzake de beëindiging en terugvordering van de verstrekte uitkering ingevolge het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen.

Overwegingen

Omdat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is doet de rechtbank uitspraak zonder zitting. Artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) maakt dat mogelijk. De rechtbank legt hierna uit waarom het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is.
Iemand die beroep instelt, moet griffierecht betalen. Dit staat in artikel 8:41, van de Awb. In een zaak als deze is het griffierecht € 50,-. De griffier van de rechtbank stelt een termijn waarbinnen het griffierecht moet worden betaald. Het hele bedrag moet binnen die termijn zijn bijgeschreven op de rekening van de rechtbank of dan zijn betaald op de griffie van de rechtbank. Als het griffierecht niet of niet tijdig is betaald, verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Dat is alleen anders als het niet of niet tijdig betalen van het griffierecht verontschuldigbaar is.
De griffier heeft eiseres bij gewone brief in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van die brief.
Eiseres heeft op 10 maart 2022 om vrijstelling van het griffierecht in verband met betalingsonmacht verzocht. De rechtbank heeft eiseres eerst bij gewone brief van 15 maart 2022 en vervolgens bij aangetekend verzonden brief van 15 april 2022 verzocht om gegevens over haar inkomen en vermogen in te dienen. Eiseres heeft hierop niet gereageerd. De rechtbank heeft vervolgens bij brief van 4 mei 2022 het beroep op betalingsonmacht afgewezen.
Vervolgens is eiseres eerst bij gewone brief en daarna bij aangetekend verzonden brief van 3 juni 2022 opnieuw in de gelegenheid gesteld het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van zowel de eerste brief als de tweede (aangetekende) brief.
Eiseres heeft het griffierecht niet op tijd betaald.
Eiseres heeft geen reden gegeven voor dit verzuim. Er is dus geen verontschuldiging voor dit verzuim gebleken.
Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, in aanwezigheid van D. Alblas, griffier, op 16 september 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.