Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
‘zeer onoplettend en daardoor zeer onvoorzichtig rijgedrag’laten zien, waardoor het slachtoffer is aangereden en uiteindelijk is overleden. Gelet op de situatie ter plaatse had verdachte de verkeerslichten moeten zien en had hij de maximumsnelheid niet mogen overschrijden. De verklaring van [getuige] dient buiten beschouwing te worden gelaten, nu deze verklaring niet wordt ondersteund door ander (objectief) bewijsmateriaal.
‘aanmerkelijk onvoorzichtig en onoplettend rijgedrag’.
- geen gevolg gegeven aan een verkeersteken dat een gebod of verbod inhoudt, immers is verdachte niet gestopt voor een voor zijn rijrichting bestemd driekleurig verkeerslicht dat rood licht uitstraalde en
- met een hogere snelheid dan de aldaar voor personenauto’s toegestane maximum snelheid van 70 kilometer per uur gereden,
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De wettelijke voorschriften
8.De beslissing
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet 1994;
een gevangenisstraf van zes (6) maanden, waarvan drie (3) maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee (2) jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
ontzegging van de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen, voor de duur van vierentwintig (24) maanden, waarvan twaalf (12) maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee (2) jaar;
algemene voorwaardedat verdachte zich voor het einde van de proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.