ECLI:NL:RBZWB:2022:5291
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 9 september 2022, is het beroep van eiser gegrond verklaard. Eiser had een aanvraag ingediend op 10 mei 2021 voor herbeoordeling van zijn situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De Belastingdienst/Toeslagen, als verweerder, had niet tijdig beslist op deze aanvraag. De rechtbank oordeelt dat verweerder de beslistermijn had overschreden, aangezien de termijn voor het nemen van een besluit op de aanvraag op 10 mei 2022 was verstreken. Eiser had verweerder op 8 mei 2022 in gebreke gesteld, maar er was nog steeds geen besluit genomen. De rechtbank heeft bepaald dat verweerder binnen negen weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 15.000,-. De rechtbank heeft ook vastgesteld dat verweerder een dwangsom van € 1.442,- heeft verbeurd, omdat de termijn van 42 dagen na de ingebrekestelling was overschreden. Eiser heeft recht op vergoeding van het betaalde griffierecht van € 50,- en een proceskostenvergoeding van € 379,50. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.