ECLI:NL:RBZWB:2022:5278
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft eiseres op 28 maart 2022 beroep ingesteld bij de Rechtbank Zeeland-West-Brabant. De rechtbank heeft op 9 september 2022 uitspraak gedaan in de enkelvoudige kamer. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat eiseres het verschuldigde griffierecht niet tijdig heeft betaald. Volgens artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het verplicht om griffierecht te betalen bij het indienen van een beroep. De griffier heeft eiseres op 5 mei 2022 per aangetekende brief in de gelegenheid gesteld om het griffierecht binnen vier weken te betalen. Deze brief is echter ongeopend terugontvangen. Vervolgens is op 31 mei 2022 een tweede brief verzonden, ditmaal per gewone post, met een laatste termijn van twee weken voor betaling. Eiseres heeft echter ook deze termijn laten verstrijken zonder het griffierecht te voldoen en heeft geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven. De rechtbank heeft daarom geoordeeld dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft het beroep niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.