ECLI:NL:RBZWB:2022:5272
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep wegens niet tijdig betalen griffierecht
In deze zaak heeft eiser bezwaar gemaakt tegen de beslissing op bezwaar van verweerder, de bewaarder van het kadaster en de openbare registers, betreffende een perceel in [woonplaats]. Het bestreden besluit dateert van 5 april 2022. Verweerder heeft het bezwaarschrift van eiser aangemerkt als een beroepschrift en dit doorgezonden naar de rechtbank, die het beroepschrift op 27 mei 2022 heeft ontvangen.
De rechtbank heeft het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard zonder zitting, op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Eiser was verplicht om griffierecht te betalen, vastgesteld op € 184,-. De griffier heeft eiser in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te betalen binnen vier weken na dagtekening van twee brieven, waarvan de laatste aangetekend was en dateert van 1 juli 2022. Eiser heeft echter het griffierecht niet tijdig betaald en heeft geen verontschuldiging voor dit verzuim gegeven.
Hierdoor heeft de rechtbank geconcludeerd dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling en heeft zij het beroep van eiser kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande op 8 september 2022 en openbaar gemaakt via geanonimiseerde publicatie. Eiser heeft de mogelijkheid om binnen zes weken na verzending van de uitspraak een verzetschrift in te dienen als hij het niet eens is met de uitspraak.