ECLI:NL:RBZWB:2022:5224

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
8 september 2022
Publicatiedatum
9 september 2022
Zaaknummer
02-810689-17
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van een verdachte met complexe psychische stoornissen

Op 8 september 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak van een verdachte die ter beschikking was gesteld (tbs) na een veroordeling voor poging doodslag. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de tbs met twee jaar te verlengen, toegewezen. De verdachte, geboren in 1978 en thans verblijvende bij FPC Trajectum, heeft een complexe combinatie van psychische stoornissen, waaronder schizofrenie en een verstandelijke beperking. De rechtbank heeft vastgesteld dat het recidivegevaar nog steeds aanwezig is en dat de verdachte niet zonder begeleiding kan functioneren in de maatschappij. De tbs-instelling en externe deskundigen hebben unaniem geadviseerd om de tbs te verlengen, waarbij zij hebben gewezen op de noodzaak van verdere behandeling en begeleiding. De rechtbank heeft de argumenten van de verdediging, die pleitte voor een kortere verlenging, niet gevolgd. De rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eisten. De beslissing om de tbs met twee jaar te verlengen is genomen in het belang van de verdachte zelf en de maatschappij.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Breda
Parketnummer: 02/810689-17
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 8 september 2022
op de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de terbeschikkingstelling van
[verdachte] ,
geboren op [geboortedag] 1978 te [geboorteplaats] ,
thans verblijvende bij FPC Trajectum te Boschoord.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie van 14 juli 2022, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna tbs) met twee jaar;
- de aantekeningen omtrent de lichamelijke en geestelijke gesteldheid van [verdachte] ;
- het rapport van Trajectum van 30 juni 2022, waarin het advies van de inrichting is vermeld;
- het psychologisch onderzoeksrapport door [psycholoog 1] van 27 mei 2022;
- het psychiatrisch onderzoeksrapport door [psychiater] van 12 mei 2022.

2.De procesgang

Bij beslissing van de meervoudige kamer van de rechtbank Zeeland-West-Brabant
van 27 maart 2018 is [verdachte] wegens een poging doodslag veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van negen maanden met aftrek van voorarrest en tbs met verpleging van overheidswege. De rechtbank constateert dat het hier gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs is op 28 augustus 2018 aangevangen. De tbs is bij beslissing van 8 september 2020 verlengd voor een termijn van twee jaren.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 25 augustus 2022 is de officier van justitie, mr. P. Emmen, gehoord. Tevens is [verdachte] gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. J.H.P.M. Verhagen, advocaat te Breda.
Voorts is de deskundige [psycholoog 2], gz-psycholoog, gehoord.

3.Het advies van de tbs-instelling

De tbs-instelling heeft geadviseerd de tbs te verlengen met 2 jaar. De tbs-instelling heeft daartoe aangevoerd dat bij [verdachte] sprake is van een combinatie van complex op elkaar inwerkende stoornissen in de vorm van een licht verstandelijke beperking, schizofrenie en verslavingsproblematiek. Er is sprake van een ernstig, chronisch en invaliderend (psychiatrisch) ziektebeeld. [verdachte] functioneert al jarenlang in maatschappelijk opzicht zeer zwak en is aangewezen op externe structuur, sturing en begeleiding. De schizofrenie komt tot uiting in auditieve en visuele hallucinaties. In het verleden was – zonder de huidige medicatie – sprake van forse achterdocht. Hoewel [verdachte] langdurig medicamenteus is behandeld, blijven psychotische klachten in de vorm van auditieve hallucinaties bestaan. [verdachte] is op 13 oktober 2021 in het kader van transmuraal verlof verhuisd naar [afdeling] , onderdeel van de sector Specialistisch Verblijf van Trajectum. Hij is goed in contact met zijn nieuwe begeleiders, neemt zijn medicatie en volgt zijn dagprogramma. Hij functioneert stabiel binnen de huidige setting en oefent met het opbouwen van vrijheden.
Indien de externe structuur en begeleiding wegvalt en [verdachte] zonder tbs kader zou moeten functioneren in de maatschappij wordt de kans op recidive ingeschat als hoog. Bij langdurig stabiel functioneren kan proefverlof worden onderzocht en op termijn een voorwaardelijke beëindiging overwogen worden. De verwachting is dat hiervoor nog langer dan één jaar nodig zal zijn. De tbs-instelling adviseert daarom de tbs met dwangverpleging te verlengen met twee jaar.
Ter zitting heeft de deskundige [psycholoog 2] daaraan nog het volgende toegevoegd. Het is niet reëel om te denken dat de stappen die nu nog gezet moeten gaan worden in één jaar kunnen plaatsvinden. [verdachte] heeft in de afgelopen twee jaar vrij snel stappen gezet. Op enig moment kan de reclassering erbij worden betrokken. Het gehele traject heeft nog wel langere tijd nodig. [verdachte] doet het heel goed en dat is heel positief, maar dat moet wel zo blijven. Dat is ook de reden dat er niet overhaast stappen moeten worden gezet.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundigen

Klinisch psycholoog [psycholoog 1] heeft in het rapport d.d. 27 mei 2022 aangegeven dat sprake is van een psychotische stoornis (geclassificeerd als schizofrenie), waarbij nu met medicatie alleen de akoestische hallucinaties nog op de voorgrond staan en [verdachte] hinderen in zijn dagelijks bestaan. Daarnaast is er sprake van een ernstige stoornis in middelengebruik - waarbij [verdachte] in een gereguleerde omgeving inmiddels vijf jaar lang niet gebruikt - en een verstandelijke ontwikkelingsstoornis. Het risico op terugval is nog altijd substantieel wanneer de tbs-maatregel nu zou worden beëindigd. Het doel van de huidige plaatsing bij [afdeling] is dat [verdachte] van hieruit door kan stromen naar een duurzame woonplek. De psycholoog acht dit een passend perspectief, waarmee [verdachte] binnen de huidige maatregel de kans krijgt zijn leven duurzaam op de rit te krijgen. Nu de verwachting is dat dit hele traject langer dan twee jaar in beslag zal nemen adviseert hij de tbs met twee jaar te verlengen en de verpleging te continueren.
Psychiater [psychiater] is in zijn rapport van 12 mei 2022 tot dezelfde bevindingen gekomen. Meer in het bijzonder heeft hij daaraan nog toegevoegd dat de verslavingsproblematiek in belangrijke mate bijdraagt aan het voortbestaan van het recidiverisico. De ingezette groei en positieve veranderingen dienen nog te worden bestendigd binnen de huidige context. Ook is het van belang dat [verdachte] kan laten zien dat hij bij een stapsgewijze afbouw van structuur en toezicht niet terugvalt in ernstig problematisch gedrag. Voor een optimaal risicomanagement is het nodig om de huidige mate en de vorm van hulpverlenging voort te zetten. De psychiater is met de psycholoog van mening dat dit traject langer dan twee jaar in beslag zal nemen.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vordering de tbs met twee jaar te verlengen gebleven en sluit zich hiervoor aan bij de adviezen van de tbs-instelling en de deskundigen. Hoewel [verdachte] een positieve ontwikkeling doormaakt, is het niet reëel om te denken dat een verlenging van één jaar tot de mogelijkheden behoort. De officier van justitie wijst hiervoor ook naar de vaste tbs-rechtspraak.

6.Het standpunt van de verdediging

De verdediging heeft betoogd dat het middelengebruik nog altijd als risicofactor wordt genoemd, terwijl [verdachte] al jaren geen middelen meer gebruikt. Daarbij komt dat [verdachte] grote stappen heeft gezet in de afgelopen periode en zich volledig inzet voor zijn behandeling. Dit maakt dat de behandeling voorspoedig verloopt. Er dient waardering te zijn voor de inzet en de prestaties van [verdachte] in de afgelopen periode. Hij verdient dat hem perspectief wordt geboden. Dat perspectief mag niet onderbelicht blijven vanwege proceseconomische redenen. De verdediging verzoekt de verlenging van de tbs derhalve te beperken tot één jaar.

7.Het oordeel van de rechtbank

De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen of de algemene veiligheid van personen de verlenging van de tbs eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Uit de adviezen van de tbs-instelling, de externe deskundigen en uit hetgeen ter zitting is besproken, is gebleken dat er bij [verdachte] nog altijd sprake is van een psychotische stoornis. Daarnaast is er sprake van een ernstige stoornis in middelengebruik, waarbij [verdachte] in een gereguleerde omgeving inmiddels vijf jaar lang niet gebruikt en van een verstandelijke ontwikkelingsstoornis. De tbs-instelling en de externe deskundigen zijn het eens over het recidiverisico bij [verdachte] : het risico op gewelddadig gedrag wordt zonder de tbs ingeschat als hoog. De rechtbank stelt op grond hiervan vast dat het recidivegevaar op dit moment nog in voldoende mate aanwezig is bij [verdachte] om een verlenging van de tbs te rechtvaardigen. Op grond hiervan is de rechtbank van oordeel dat aan de wettelijke criteria voor een verlenging van de tbs is voldaan.
De rechtbank dient vervolgens te beoordelen of de maatregel met één of met twee jaar moet worden verlengd. Volgens vaste rechtspraak is het uitgangspunt dat als aannemelijk is dat de behandeling van een terbeschikkinggestelde meer tijd in beslag neemt dan de tijd die resteert bij een verlenging met één jaar, de tbs verlengd moet worden met twee jaar. Zowel uit het rapport van de instelling als uit de rapportages van de deskundigen blijkt dat er in ieder geval nog twee jaar nodig is om de stappen te zetten die nodig zijn in het kader van resocialisatie. Ter zitting heeft de deskundige dit nader toegelicht en uitgelegd dat er geen overhaaste stappen moeten worden gezet. Hoewel duidelijk is dat [verdachte] zich in korte tijd positief heeft ontwikkeld en het heel goed gaat met hem gaat, is ook gebleken dat nieuwe situaties tijd in beslag nemen en spanningen bij hem opleveren. De rechtbank ziet onder de hiervoor geschetste omstandigheden dan ook geen aanleiding om de verlengingstermijn te beperken tot één jaar. De rechtbank heeft er – gelet op de afgelopen periode – alle vertrouwen in dat het volgende deel van het traject eveneens voorspoedig zal verlopen en het is aan [verdachte] om dit waar te maken.
Gelet op hetgeen hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat de tbs met verpleging van overheidswege van [verdachte] wordt verlengd met twee jaar.

8.De beslissing.

De rechtbank verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege van [verdachte] met
twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. D.L.J. Martens, voorzitter, mr. J.C.A.M. Los en mr. B.A.S.E. Maandag, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier K. de Klerk-Van Rijs en is uitgesproken ter openbare zitting op 8 september 2022.