Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
per aangetekende briefis verzocht om voor 6 maart 2020 informatie aan de [naam] te verstrekken over buitenlands vermogen en dat hij
opzettelijkniet aan dat verzoek heeft voldaan.
5.De beslissing
spreekt verdachte vrijvan het tenlastegelegde feit.
(telkens) alsdegene die ingevolge de Belastingwet verplicht was tot
a. het verstrekken van inlichtingen, gegevens of aanwijzingen, en/of
b. het voor raadpleging beschikbaar stellen van boeken, bescheiden, (andere) gegevensdragers of de inhoud daarvan,
opzettelijk
a. die inlichtingen, gegevens of aanwijzingen niet, onjuist of onvolledig heeft verstrekt en/of
b. die boeken, bescheiden, (andere) gegevensdragers of de inhoud daarvan niet voor raadpleging beschikbaar heeft gesteld,
terwijl datfeit ertoe strekte dat te weinig belasting werd geheven
,immers is aan verdachte per aangetekende brief verzocht om voor 6 maart 2020 informatie aan de [naam] te verstrekken over zijn/haar buitenlandse vermogen, aan welk verzoek verdachte niet beeft voldaan.
(art. 68 lid 1 ahf/ond a Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 68 lid 1 ahf/ond b Algemene wet inzake rijksbelastingen, art. 69 lid 1 Algemene wet inzake rijksbelastingen).