ECLI:NL:RBZWB:2022:5176
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op aanvraag kinderopvangtoeslag
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedateerd 2 september 2022, is het beroep van eiseres gegrond verklaard. Eiseres had op 6 april 2021 een aanvraag ingediend voor herbeoordeling van haar situatie met betrekking tot de kinderopvangtoeslag. De rechtbank oordeelt dat de Belastingdienst/Toeslagen niet tijdig heeft beslist op deze aanvraag. De wettelijke beslistermijn van zes maanden, die eenmaal verlengd kon worden, was inmiddels verstreken. Eiseres had de Belastingdienst op 1 april 2022 in gebreke gesteld, en de rechtbank oordeelt dat deze ingebrekestelling niet prematuur was, omdat de ontvangstdatum bepalend is. De rechtbank bepaalt dat de Belastingdienst binnen tien weken na de uitspraak alsnog een besluit moet nemen en legt een dwangsom op van € 100,- per dag bij overschrijding van deze termijn, met een maximum van € 15.000,-. Tevens moet de Belastingdienst het door eiseres betaalde griffierecht van € 50,- vergoeden. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over hun recht om in verzet te gaan tegen deze uitspraak.