ECLI:NL:RBZWB:2022:5126
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Hervatting van de verpleging van overheidswege in het kader van terbeschikkingstelling
In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 7 september 2022 uitspraak gedaan over de vordering van de officier van justitie tot hervatting van de verpleging van overheidswege van een terbeschikkinggestelde, geboren in 1986 en thans gedetineerd in PI Middelburg. De rechtbank heeft vastgesteld dat de terbeschikkinggestelde in het verleden is veroordeeld tot drie jaar gevangenisstraf en TBS met verpleging van overheidswege heeft opgelegd gekregen wegens ernstige misdrijven, waaronder doodslag. De TBS is op 12 februari 2007 aangevangen en is voorwaardelijk beëindigd op 8 februari 2018. De rechtbank heeft de vordering tot hervatting van de verpleging van overheidswege afgewezen, omdat er geen hoog recidiverisico op ernstige geweldsdelicten is vastgesteld. De rechtbank heeft echter wel de voorwaarden van de voorwaardelijke beëindiging van de dwangverpleging gewijzigd en aangevuld, waarbij ambulante behandeling en toezicht door de reclassering zijn voorgeschreven. De rechtbank heeft benadrukt dat de terbeschikkinggestelde moet voldoen aan de voorwaarden, waaronder het wonen bij zijn broer en abstinentie van harddrugs. De beslissing is genomen na een zorgvuldige afweging van de adviezen van deskundigen en de procesgang.