Op 30 augustus 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het vervoeren van vijf kilogram cocaïne. De verdachte, geboren in 1992 en thans gedetineerd, werd op 9 maart 2022 aangehouden bij een tankstation in Zevenbergschen Hoek, waar in zijn voertuig een verborgen ruimte met cocaïne werd aangetroffen. Tijdens de zitting op 16 augustus 2022 heeft de officier van justitie, mr. A.I.M.M. Gudde, de beschuldigingen toegelicht, terwijl de verdediging pleitte voor vrijspraak, stellende dat de verdachte niet op de hoogte was van de drugs in zijn auto.
De rechtbank heeft de verklaringen van de verdachte en de verdediging zorgvuldig gewogen. De verdachte ontkende op de hoogte te zijn van de cocaïne en stelde dat hij de auto van zijn vader had geleend voor een bezoek aan een vriend. De rechtbank oordeelde echter dat de verklaring van de verdachte ongeloofwaardig was, gezien de omstandigheden van de reis en het feit dat hij de enige inzittende van het voertuig was. De rechtbank concludeerde dat de verdachte opzettelijk handelde en dat hij wetenschap had van de aanwezigheid van de verdovende middelen.
Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 36 maanden, met aftrek van voorarrest, voor het handelen in strijd met de Opiumwet. De rechtbank benadrukte de ernst van het feit en de schadelijke gevolgen van de handel in cocaïne voor de volksgezondheid en de samenleving. De in beslag genomen cocaïne werd verbeurd verklaard en onttrokken aan het verkeer, en de rechtbank baseerde haar beslissing op de relevante artikelen van het Wetboek van Strafrecht en de Opiumwet.