2.5.Op 30 september 2016 hebben belanghebbende, zijn echtgenote, zijn zoon en [BV 2] een overeenkomst getekend met de titel ‘2e aanvulling overeenkomst van stille maatschap’ (hierna: de 2e aanvulling op de maatschapsovereenkomst). In de 2e aanvulling op de maatschapsovereenkomst is onder meer opgenomen:
“(..)
Overwegende;
datde vennoot sub 1 en 2 [rechtbank: belanghebbende en diens echtgenote] tot en met 31-12-2015, in maatschap[s]vorm, een landbouwbedrijf aan de [adres] exploiteren;
datde vennoot sub 3 [rechtbank: [BV 2] ] tot en met 31-12-2015, in de vorm van een besloten vennootschap, een landbouwbedrijf aan de [adres] exploiteert;
datde vennoot sub 4 [rechtbank: de zoon] tot en met 31-12-2015, in de vorm van een eenmanszaak, een landbouwbedrijf aan de [adres] exploiteert;
datde vennoot sub 1, 2, 3, en 4 deze bedrijven in de vorm van een stille maatschap voor gezamenlijke rekening en risico gaan exploiteren;
datde onderlinge voorwaarden en afspraken van betreffende overeenkomst van maatschap in stand blijven voor zover daar in deze overeenkomst niet uitdrukkelijk van wordt afgeweken.
Met ingang van 1 januari 2016 wordt het bedrijf voor rekening en risico van de vennoten sub 1,2,3 en 4 geëxploiteerd.
In de stille maatschap is ingebracht op 1 januari 2016 door vennoten sub 1 en sub 2:
-het gebruik en genot van de aan de vennoot sub 1 en 2 in economische en/of juridisch eigendom toebehorende percelen cultuurgronden, zijnde 25.24.05 ha (partijen zonder nadere omschrijving genoegzaam bekend);
-het gebruik en genot van de roerende zaken (partijen zonder nadere omschrijving genoegzaam bekend);
-kennis, zakelijke relaties, alsmede zoveel arbeid als nodig en mogelijk is.
In de stille maatschap is ingebracht op 1 januari 2016 door vennoot sub 3:
-het gebruik en genot van de onroerende zaken en roerende zaken (partijen zonder nadere omschrijving genoegzaam bekend);
-het gebruik en genot van alle in of door de bedrijfsvoering opgekomen of verworven vergunningen en productierechten voor zover deze aan de bedrijfsuitoefening kunnen bijdragen of daarmee samenhangen;
-de exploitatie en het economische belang van de gehele veestapel;
-kennis, zakelijke relaties, alsmede zoveel arbeid als nodig en mogelijk is.
In de stille maatschap is ingebracht op 1 januari 2016 door vennoot sub 4:
-het gebruik en genot van de onroerende zaken en roerende zaken (partijen zonder nader omschrijving genoegzaam bekend);
-kennis, zakelijke relaties, alsmede zoveel arbeid als nodig en mogelijk is.
(..)
Artikel 3. WINSTVERDELING
Met ingang van 1 januari 2016 is de winstverdeling als volgt:
1. De vennoten ontvangen vooraf eventueel een arbeidsvergoeding welke jaarlijks
in onderling overleg wordt vastgesteld.
2. De vennoten ontvangen vooraf een kapitaalsvergoeding ter grootte van een jaarlijks door de maten overeen te komen rentepercentage over de stand van het kapitaal bij begin van het boekjaar.
3. De restwinstverdeling is als volgt:
- de vennoot sub 1 ontvangt of draagt 5,0 %
- de vennoot sub 2 ontvangt of draagt 2,5 %
- de vennoot sub 3 ontvangt of draagt 90 %
- de vennoot sub 4 ontvangt of draagt 2,5 %
4. De verdeling van de stille reserves m.b.t. de overige activa welke ontstaan m.i.v. 01/1/2016 is als volgt:
- de vennoot sub 1 ontvangt of draagt 5,0 %
- de vennoot sub 2 ontvangt of draagt 2,5 %
- de vennoot sub 3 ontvangt of draagt 90 %
- de vennoot sub 4 ontvangt of draagt 2,5 %
(..)
De winstverdeling kan jaarlijks in onderling overleg worden gewijzigd.”