4.4De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
2
op 9 april 2020 te Oosterhout, in elk geval in Nederland, [naam 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [naam 2] de volgende bedreigende voicemail te versturen: " [naam 9] als ik erachter kom dat jij met jouw gore poten maar één vinger aan [naam 10] hebt uitgestoken? Dan maak ik je dood?. Eigenhandig.” ;
3
op 19 maart 2020 te Oosterhout, in elk geval in Nederland, [naam 3] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [naam 11] het volgende bedreigende messenger bericht te sturen: "Maar nog een ding als [naam 10] ook maar iets overkomt maak ik je hoogst persoonlijk DOOD";
5
op 26 april 2020 te Oosterhout, in de woning en/of het erf, Giethuiserf 15 B bij een ander, te weten bij [naam 2] , in gebruik wederrechtelijk is binnengedrongen;
6
op meer tijdstippen in de periode van 31 oktober 2019 t/m 22 maart 2020 te Oosterhout, in elk geval in Nederland, opzettelijk de eer en goede naam van [naam 2] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven,
door op social platforms en WhatsApp en Facebook/Messenger een of meer berichten te verspreiden/plaatsen, met daarin (telkens) teksten als - zakelijk weergegeven
- dat die [naam 2] een hele enge, gevaarlijke narcist en psychopaat is (31 oktober 2019 M)
- dat die [naam 2] wordt beschuldigd van seksueel misbruik van zijn dochter 19 maart 2020 WA)
- dat ze die [naam 2] verdenkt van seksueel misbruik en dat die [naam 2] ernstig ziek is (22 maart 2020 FB)
- dat die [naam 2] gek is en dat verdachte zich zorgen maakt dat die [naam 2] zich van kant maakt en haar dochter meeneemt (21 maart 2020 FB),
terwijl verdachte wist dat dit ten laste gelegde feit in strijd met de waarheid was;
7
op meer tijdstippen in de periode van 19 maart 2020 t/m 24 maart 2020 te Roosendaal, in elk geval in Nederland, opzettelijk de eer en goede naam van [naam 6] heeft aangerand door tenlastelegging van een bepaald feit, met het kennelijke doel om daaraan ruchtbaarheid te geven, door op social platforms en Instagram en Facebook/Messenger een of meer berichten te verspreiden/plaatsen, met daarin (telkens) teksten, woorden en afbeeldingen als - zakelijk weergegeven -
- dat die [naam 12] en keurige stiefmoeder het niet nodig vinden om haar verdachte bij te praten over de gezondheidstoestand van haar zoon hierbij had verdachte een foto die [naam 6] en zijn vriendin geplaatst (19 maart 2020 FB)
- dat zij diverse instanties en boven alles en iedereen [naam 2] en die [naam 6] aansprakelijk stelt voor de emotionele schade en ook verantwoordelijk voor haar lichamelijke schade (24 maart 2020 Insta);
terwijl verdachte wist dat dit ten laste gelegde feit in strijd met de waarheid was;
10
op 17 september 2020 te Oosterhout, opzettelijk en wederrechtelijk een shirt, een broek, vloer in de hal en de trap (van een woning aan de [adres 2] ), die aan een ander of anderen toebehoorden, heeft beschadigd;
11
op 17 september 2020 te Oosterhout, [naam 7] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht, door die [naam 13] dreigend toe te voegen dat zij, verdachte "zijn keeltje wilde opensnijden".
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in haar verdediging geschaad.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.