ECLI:NL:RBZWB:2022:4895

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 augustus 2022
Publicatiedatum
23 augustus 2022
Zaaknummer
AWB- 22_3531 VV
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening inzake boete BRP gemeente Tilburg

Op 18 juli 2022 heeft verzoeker een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening met betrekking tot een boete die verband houdt met een besluit op grond van de Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente Tilburg. In het verzoekschrift werd verwezen naar twee bijlagen, namelijk het besluit van de gemeente Tilburg en het bezwaarschrift van verzoeker. Echter, de rechtbank heeft deze bijlagen niet ontvangen. Op 19 juli 2022 heeft de rechtbank verzoeker per aangetekende brief geïnformeerd dat hij verzuimd had om een kopie van het besluit en het bezwaarschrift mee te sturen. Tevens werd verzoeker erop gewezen dat het verschuldigde griffierecht binnen 14 dagen betaald moest worden, anders zou het verzoek niet-ontvankelijk verklaard kunnen worden.

De voorzieningenrechter heeft, op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), besloten om de behandeling ter zitting achterwege te laten. In de Awb is de verplichting tot betaling van griffierecht vastgelegd. Verzoeker is schriftelijk gewezen op deze verplichting, evenals op de noodzaak om een afschrift van het bezwaarschrift en het bestreden besluit te overleggen. De voorzieningenrechter constateert dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen en dat er ook geen afschrift van het bezwaarschrift en het bestreden besluit is overgelegd.

Gelet op deze omstandigheden is het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten om de zaak zonder behandeling ter zitting af te doen. De uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, op 16 augustus 2022. Deze uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: 22/3531 VV
uitspraak van 16 augustus 2022 van de voorzieningenrechter in de zaak van
[naam verzoeker],te [woonplaats verzoeker], verzoeker
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg,verweerder.

1.Procesverloop

Verzoeker heeft op 18 juli 2022 verzocht om een voorlopige voorziening met betrekking tot een boete die verband houdt met een besluit op grond van de BRP. In het verzoekschrift is verwezen naar Bijlage 1: besluit BRP gemeente Tilburg en naar Bijlage 2: bezwaar BRP [naam verzoeker], maar de rechtbank heeft deze bijlagen niet aangetroffen.
Bij aangetekende brief van 19 juli 2022 heeft de rechtbank verzoeker er op gewezen dat zij verzuimd heeft om een kopie van het besluit en van het bezwaarschrift mee te sturen. Daarnaast heeft de rechtbank verzoeker medegedeeld dat het verschuldigde griffierecht binnen 14 dagen na genoemde datum moet worden betaald en dat het verzoek niet-ontvankelijk kan worden verklaard indien het verschuldigde bedrag niet binnen de gestelde termijn is betaald.
De voorzieningenrechter heeft met toepassing van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) behandeling ter zitting achterwege gelaten.

2.Beoordeling

In de Awb is de verplichting opgenomen tot betaling van griffierecht. Verzoeker is schriftelijk gewezen op deze verplichting, evenals op de verplichting om een afschrift van het bezwaarschrift en het bestreden besluit te overleggen.
De voorzieningenrechter constateert dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen en dat evenmin een afschrift van het bezwaarschrift en het bestreden besluit is overgelegd.
Het verzoek is dan ook kennelijk niet-ontvankelijk. Derhalve zal de voorzieningenrechter de zaak zonder behandeling ter zitting afdoen als hierna vermeld.

3.Beslissing

De voorzieningenrechter:
verklaart het verzoek niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, op 16 augustus 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
P.H.M. Verdonschot, griffier R.P. Broeders, voorzieningenrechter
Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.
Afschrift verzonden op: