ECLI:NL:RBZWB:2022:4895
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van verzoek om voorlopige voorziening inzake boete BRP gemeente Tilburg
Op 18 juli 2022 heeft verzoeker een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening met betrekking tot een boete die verband houdt met een besluit op grond van de Basisregistratie Personen (BRP) van de gemeente Tilburg. In het verzoekschrift werd verwezen naar twee bijlagen, namelijk het besluit van de gemeente Tilburg en het bezwaarschrift van verzoeker. Echter, de rechtbank heeft deze bijlagen niet ontvangen. Op 19 juli 2022 heeft de rechtbank verzoeker per aangetekende brief geïnformeerd dat hij verzuimd had om een kopie van het besluit en het bezwaarschrift mee te sturen. Tevens werd verzoeker erop gewezen dat het verschuldigde griffierecht binnen 14 dagen betaald moest worden, anders zou het verzoek niet-ontvankelijk verklaard kunnen worden.
De voorzieningenrechter heeft, op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), besloten om de behandeling ter zitting achterwege te laten. In de Awb is de verplichting tot betaling van griffierecht vastgelegd. Verzoeker is schriftelijk gewezen op deze verplichting, evenals op de noodzaak om een afschrift van het bezwaarschrift en het bestreden besluit te overleggen. De voorzieningenrechter constateert dat het griffierecht niet binnen de gestelde termijn is ontvangen en dat er ook geen afschrift van het bezwaarschrift en het bestreden besluit is overgelegd.
Gelet op deze omstandigheden is het verzoek kennelijk niet-ontvankelijk. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten om de zaak zonder behandeling ter zitting af te doen. De uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, op 16 augustus 2022. Deze uitspraak is openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.