ECLI:NL:RBZWB:2022:4863
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bestuursrechtelijke procedure over omgevingsvergunning voor drijvend terras bij schip
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 22 augustus 2022 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure over de verlening van een omgevingsvergunning voor het bouwen van een ponton ten behoeve van een drijvend terras bij het schip [naam schip] aan de [adres] te [woonplaats]. Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg had op 28 mei 2020 een omgevingsvergunning verleend aan [naam vergunninghouder]. Tegen deze vergunning hebben vijf eisers bezwaar gemaakt, waarna het college het bezwaar ongegrond verklaarde in een bestreden besluit van 9 september 2021. De eisers hebben hiertegen beroep ingesteld.
De rechtbank heeft de beroepen op 28 juli 2022 behandeld. De eisers voerden aan dat de vergunning in strijd is met het bestemmingsplan en dat er onduidelijkheid bestaat over de grootte van het ponton en de bijbehorende overlast. De rechtbank heeft vastgesteld dat het college de besluitvorming heeft gesplitst in een vergunning voor het ponton en een vergunning voor de opbouw, wat volgens de rechtbank niet onterecht was. De rechtbank oordeelde dat de vergunning voor het ponton niet in strijd is met de goede ruimtelijke ordening, mits het aantal bezoekers op het terras beperkt blijft tot 127.
De rechtbank heeft ook de bezwaren van de eisers tegen de geluidsoverlast en de afwezigheid van regels omtrent openings- en sluitingstijden behandeld. De rechtbank concludeerde dat de geluidsoverlast niet zodanig is dat de vergunning niet verleend kon worden en dat de regels omtrent openings- en sluitingstijden niet in strijd zijn met de goede ruimtelijke ordening. Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van de eisers ongegrond verklaard en geen proceskostenveroordeling uitgesproken.