ECLI:NL:RBZWB:2022:4855
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake handhaving omgevingsvergunning voor parkeerplaatsen
Op 19 augustus 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekers bezwaar maakten tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Tilburg. Dit besluit, genomen op 10 juni 2022, verplichtte een derde partij om voor 1 december 2022 een aantal ontbrekende parkeerplaatsen te realiseren, conform een eerder verleende omgevingsvergunning van 6 mei 2015. Verzoekers, bewoners van appartementen, voerden aan dat handhaving onevenredig zou zijn en dat de realisatie van de parkeerplaatsen in de kloostertuin de monumentale waarden zou aantasten en hun woon- en leefklimaat zou schaden.
De voorzieningenrechter overwoog dat de schorsing van het bestreden besluit niet zou betekenen dat de parkeerplaatsen niet aangelegd zouden worden, aangezien de derde partij op basis van de onherroepelijke omgevingsvergunning verplicht was deze te realiseren. Verzoekers hadden verzocht om een bouwstop, maar de voorzieningenrechter oordeelde dat hij niet bevoegd was om deze te verlenen. Het verzoek om voorlopige voorziening werd afgewezen, en er werd geen proceskostenveroordeling opgelegd. De voorzieningenrechter benadrukte dat de onherroepelijke rechtskracht van de omgevingsvergunning niet kon worden aangetast door het treffen van een voorziening.