ECLI:NL:RBZWB:2022:4782
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de rechtbank in bestuursrechtelijke geschillen met betrekking tot urgentieverklaringen
Op 19 augustus 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiseres en de urgentiecommissie van Alwel, Laurentius en WonenBreburg. Eiseres had beroep ingesteld tegen een brief van de urgentiecommissie van 4 mei 2022, waarin haar aanvraag voor een urgentieverklaring was afgewezen. De rechtbank heeft zich echter kennelijk onbevoegd verklaard om van het beroep kennis te nemen.
De rechtbank overweegt dat alleen tegen besluiten van bestuursorganen beroep kan worden ingesteld. De urgentiecommissie wordt niet aangemerkt als bestuursorgaan in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat zij geen publiekrechtelijke bevoegdheid heeft en geen orgaan is van een krachtens publiekrecht ingestelde rechtspersoon. De rechtbank concludeert dat de brief van de urgentiecommissie geen besluit is in de zin van de Awb, waardoor zij niet bevoegd is om het beroep te behandelen.
De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling en heeft eiseres geadviseerd haar geschil voor te leggen aan de burgerlijke rechter. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.