ECLI:NL:RBZWB:2022:4740

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
16 februari 2022
Publicatiedatum
15 augustus 2022
Zaaknummer
02-700235-18
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling met voorwaarden en verpleging van overheidswege

In deze zaak heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 16 februari 2022 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling (tbs) van de betrokkene, die in 1986 is geboren en momenteel verblijft in de penitentiaire inrichting Almelo. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie tot verlenging van de tbs met voorwaarden met twee jaar toegewezen, maar de vordering tot omzetting naar tbs met verpleging van overheidswege afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de betrokkene zich niet altijd aan de voorwaarden heeft gehouden, maar dat de behandeling van zijn persoonlijkheidsproblematiek beperkt is en dat hij grotendeels de voorwaarden heeft nageleefd. De rechtbank heeft vastgesteld dat het recidivegevaar nog steeds aanwezig is, maar dat de omzetting naar verpleging van overheidswege op dat moment niet proportioneel was. De rechtbank heeft de tbs-maatregel met twee jaar verlengd, waarbij de betrokkene de kans krijgt om zijn resocialisatietraject voort te zetten. De beslissing is genomen na het horen van de betrokkene, zijn raadsman, de officier van justitie en deskundigen van reclasseringsinstellingen.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Strafrecht
Zittingsplaats: Middelburg
Parketnummer: 02-700235-18
beslissing van de meervoudige kamer d.d. 16 februari 2022
op de vorderingen van de officier van justitie
- tot verlenging van de terbeschikkingstelling met voorwaarden, en
- tot verpleging van overheidswege van
[Betrokkene]geboren te [Geboorteplaats- en Land] op [Geboortedatum] 1986,
thans verblijvende in penitentiaire inrichting Almelo.

1.De stukken

Het dossier bevat onder meer de volgende stukken:
- de vordering van de officier van justitie d.d. 24 september 2021, die strekt tot verlenging van de terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met voorwaarden met twee jaar;
- de vordering van de officier van justitie d.d. 23 december 2021 tot verpleging van overheidswege;
- het adviesrapport – omzetting in tbs met dwangverpleging – d.d. 8 juni 2021 van reclasseringsinstelling Novadic Kentron;
- de pro justitia rapportage d.d. 7 juli 2021 van psychiater [Naam 1] ;
- het verlengingsadvies tbs d.d. 31 augustus 2021 van reclasseringsinstelling Novadic Kentron;
- het voortgangsverslag aan opdrachtgever tbs d.d. 27 oktober 2021 van reclasseringsinstelling Tactus Verslavingszorg;
- de brief d.d. 21 december 2021 van Centrum voor Transculturele Psychiatrie Veldzicht;
- het advies aan rechter-commissaris t.b.v. voorgeleiding d.d. 23 december 2021 van reclasseringsinstelling Tactus Verslavingszorg;
- het advies ten behoeve rechtszitting van 21 januari 2022 van reclasseringsinstelling Tactus Verslavingszorg.

2.De procesgang

Bij vonnis van de rechtbank Zeeland – West-Brabant van 19 oktober 2019 is betrokkene, wegens het plegen van twee bedreigingen en diverse mishandelingen, veroordeeld tot een deels voorwaardelijke gevangenisstraf en een tbs met voorwaarden voor de duur van twee jaar, met als voorwaarden:
• dat verdachte geen strafbaar feit pleegt;
• dat verdachte meewerkt aan reclasseringstoezicht. Dit houdt in:
• verdachte meldt zich op afspraken bij de reclassering. De reclassering bepaalt hoe
vaak dat nodig is.
• verdachte laat een of meer vingerafdrukken nemen en laat een geldig
identiteitsbewijs zien. Dit is nodig om de identiteit van verdachte vast te stellen.
• verdachte houdt zich aan de aanwijzingen van de reclassering. De reclassering kan
aanwijzingen geven die nodig zijn voor de uitvoering van het toezicht of om
betrokkene te helpen bij het naleven van de voorwaarden.
• verdachte helpt de reclassering aan een actuele foto waarop zijn gezicht
herkenbaar is. Deze foto is nodig voor opsporing bij ongeoorloofde afwezigheid.
• verdachte werkt mee aan huisbezoeken.
• verdachte geeft de reclassering inzicht in de voortgang van begeleiding en/of
behandeling door andere instellingen of hulpverleners.
• verdachte vestigt zich niet op een ander adres zonder toestemming van de
reclassering.
• verdachte werkt mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties
die contact hebben met verdachte, als dat van belang is voor het toezicht.
• dat verdachte meewerkt aan een time-out in een Forensisch Psychiatrisch Centrum (FPC)
of andere instelling, als de reclassering dat nodig vindt. Deze time-out duurt maximaal
7 weken, met de mogelijkheid van verlenging met nog eens maximaal 7 weken, tot
maximaal 14 weken per jaar.
• dat verdachte niet naar het buitenland of naar de Nederlandse Antillen gaat, zonder
toestemming van het Openbaar Ministerie.
• dat verdachte zich laat opnemen in een FPK of een soortgelijke zorginstelling, te bepalen
door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing.
De opname duurt zolang de reclassering en/of zorginstelling dat nodig vindt.
Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorginstelling geeft voor
de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
Als de reclassering een overgang naar ambulante zorg, begeleid wonen of maatschappelijke
opvang gewenst vindt, werkt betrokkene mee aan de indicatiestelling en plaatsing.
• dat verdachte zich laat behandelen door een forensisch ambulante behandelinstelling of
een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering.
De behandeling duurt zolang de reclassering en/of zorginstelling dat nodig vindt.
Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor
de behandeling. Het innemen van medicijnen kan onderdeel zijn van de behandeling.
• dat verdachte verblijft in een instelling voor beschermd wonen of maatschappelijke
opvang, te bepalen door de justitiële instantie die verantwoordelijk is voor plaatsing.
Het verblijf duurt zolang de reclassering dat nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de
huisregels en het dagprogramma dat de instelling in overleg met de reclassering voor hem
heeft opgesteld.
• dat verdachte geen drugs gebruikt en meewerkt aan controle op dit verbod. De controle
gebeurt met urineonderzoek. De reclassering bepaalt hoe vaak verdachte wordt
gecontroleerd. Verdachte werkt bij terugval in drugsgebruik mee aan opname in een
verslavingskliniek
• dat verdachte geen alcohol drinkt en meewerkt aan controle op dit alcoholverbod. De
reclassering bepaalt met welke controlemiddelen en hoe vaak verdachte wordt
gecontroleerd. Mogelijke controlemiddelen zijn urineonderzoek en ademonderzoek
(blaastest). Verdachte werkt bij terugval in alcoholgebruik mee aan opname in een
Verslavingskliniek.
• dat verdachte meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van
afbetalingsregelingen, ook als dit inhoudt meewerken aan schuldhulpverlening in het kader
van de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen. Verdachte geeft de reclassering inzicht in
zijn financiën en schulden.
De rechtbank constateert dat het voor wat betreft de mishandeling gaat om een misdrijf als bedoeld in artikel 38e, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De tbs met voorwaarden is op 30 oktober 2019 aangevangen.
Tijdens het onderzoek ter openbare terechtzitting van de rechtbank van 2 februari 2022 is de officier van justitie gehoord. Tevens is betrokkene gehoord, bijgestaan door zijn raadsman mr. A.J. Sprey, advocaat te Haarlem.
Voorts zijn de deskundigen [Naam 1] (psychiater), [Naam 2] en [Naam 3] (hoofdbehandelaars Veldzicht), [Naam 4] (reclasseringsinstelling Novadic Kentron) en
[Naam 5] (reclasseringsinstelling Tactus Verslavingszorg) gehoord.

3.Het advies van de reclasseringsinstellingen

- Novadic Kentron
De reclassering heeft in de hierboven genoemde rapporten verslag gedaan over de voortgang van de maatregel. De reclasseringsinstelling is van mening dat betrokkene onvoldoende heeft meegewerkt aan de voorwaarden. Tijdens de lopende tbs-maatregel heeft hij met regelmaat softdrugs, harddrugs en alcohol gebruikt. Betrokkene is niet open en transparant, geeft onvoldoende openheid van zaken, bagatelliseert zijn verslavingsproblematiek en laat niet het achterste van zijn tong zien. Het ontbreekt betrokkene aan zelfinzicht en zelfreflectie en dat maakt betrokkene moeilijk leerbaar. Het bovenstaande zorgt ervoor dat de reclassering onvoldoende aandacht kan besteden aan de risicofactoren. Ook is het daardoor niet mogelijk om met betrokkene een adequaat risicomanagement af te spreken. De Woenselse Poort heeft te kennen gegeven geen mogelijkheden meer te zien voor behandeling binnen een kader als tbs met voorwaarden.
Gelet op het bovenstaande ziet de reclassering geen mogelijkheid om het toezicht in het kader van tbs met voorwaarden voort te zetten. Het recidiverisico is naar de mening van de reclassering onverminderd aanwezig. Novadic Kentron adviseert dat de tbs met voorwaarden wordt omgezet in een tbs met verpleging van overheidswege.
Ten aanzien van verlenging van de maatregel geldt het volgende. Zonder externe steun, structuur en een kader is de verwachting dat betrokkene snel terug zal vallen in delictgedrag. Om ervoor te zorgen dat er tijdig ingegrepen kan worden, is een tbs-maatregel noodzakelijk om de kans op recidive te beperken. Betrokkene heeft begeleiding, ondersteuning en toezicht nodig bij de overgang naar zelfstandig wonen in de samenleving; een belangrijke stap in zijn resocialisatietraject. De komende twee jaren zijn het reclasseringstoezicht en de begeleiding en behandeling nodig om betrokkene daadwerkelijk te laten inbedden in de maatschappij.
- Tactus Verslavingszorg
Betrokkene bagatelliseert de ernst van zijn verslaving. Betrokkene heeft tevens snel het gevoel onrechtvaardig behandeld te worden en is in hoge mate krenkbaar. Betrokkene is sterk geneigd tot het ontkennen, bagatelliseren, minimaliseren en rechtvaardigen van zijn eigen probleemgedrag en legt de schuld en verantwoordelijkheid vrijwel volledig buiten zichzelf. Het ontbreekt betrokkene aan zelfinzicht en zelfreflectie en dat maakt hem moeilijk leerbaar. Tevens is er geen sprake van betrouwbare bereidheid ten aanzien van het nakomen van de afspraken en bijzondere voorwaarden.
Betrokkene werd op 11 november 2019 opgenomen binnen De Woenselse Poort in het kader van de tbs-maatregel. Betrokkene heeft op 15 maart 2021 vanwege middelengebruik een time-out gekregen en werd geplaatst in CTP Veldzicht. In juni 2021 is de vordering omzetting dwangverpleging afgewezen omdat CTP Veldzicht mogelijkheden zag voor een proefbehandeling. Sindsdien verblijft betrokkene in CTP Veldzicht te Balkbrug. Op 21 december 2021 heeft CTP Veldzicht aangegeven dat zij geen mogelijkheden meer zien om met de behandeling door te gaan. Betrokkene kan zich niet aan de afspraken en voorwaarden houden die zijn gemaakt bij zijn opname. CTP Veldzicht alsmede de reclassering vinden een voortzetting van de behandeling niet langer geïndiceerd.
Het risico op recidive, letselschade en op het onttrekken aan voorwaarden wordt ingeschat als hoog.
Wanneer de huidige intensieve begeleiding en het toezicht wegvallen, wordt het risico op agressief gedrag door betrokkene hoog geschat. Daarnaast is het vermoeden dat betrokkene opnieuw middelen zal gaan gebruiken bij vertrek uit de kliniek. Dit zal zijn impulsieve en agressieve gedrag doen toenemen. Hiermee is hij in eerste instantie een risico voor anderen, hoewel niet uit te sluiten valt dat hij ook agressief gedrag over zichzelf afroept.
Het is voor de reclassering onmogelijk gebleken voldoende toezicht op betrokkene te houden met als doel recidivevermindering. Zeer regelmatig overtreedt hij bijzondere voorwaarden. Ondanks waarschuwingen, behandelingen, de time-out plaatsing en gesprekken waarin de noodzaak van het conformeren aan afspraken wordt besproken, leidt dit niet tot de gewenste gedragsverandering. De reclassering is dan ook van mening dat een traject in het kader van de maatregel tbs met voorwaarden niet langer wenselijk is.
Geadviseerd wordt de tbs met voorwaarden om te zetten in een tbs met verpleging van overheidswege.
De geconstateerde overtredingen van de voorwaarden betreffen:
- hij houdt zich niet aan de aanwijzingen van de behandelaars in de zorginstellingen waar hij heeft verbleven;
- hij houdt zich niet aan de aanwijzingen van de reclassering;
- hij geeft de reclassering geen inzicht in de voortgang van begeleiding en/of behandeling door andere instellingen of hulpverleners;
- hij werkt niet mee aan het uitwisselen van informatie met personen en instanties die contact hebben met hem, als dat van belang is voor het toezicht;
- hij gebruikt drugs;
- hij geeft de reclassering geen inzicht in zijn financiën en schulden.
Ter zitting zijn de deskundigen van de reclasseringsinstellingen bij de in hun rapporten ingenomen standpunten gebleven.

4.Het advies van de externe gedragsdeskundige

Uit het rapport van psychiater [Naam 1] blijkt het volgende. Bij betrokkene is sprake van een antisociale persoonlijkheidsstoornis met psychopathische kenmerken, en daarnaast van een probleem in het gebruik van alcohol en cannabis, beide in remissie door de huidige maatregel. Het inzetten op verandering van de onderliggende persoonlijkheidsproblematiek is volgens de psychiater niet haalbaar. Een nog langer durend klinisch traject is niet wenselijk, omdat niet te verwachten is dat dit enige meerwaarde zal opleveren en wel te verwachten is dat het zal leiden tot veel strijd met betrokkene die niet constructief zal zijn. Betrokkene is beperkt leerbaar, wat hij aan behandeling heeft moeten doen heeft hij gedaan en hij zal tijdens een resocialisatie moeten laten zien dat hij van de harddrugs kan afblijven en dat hij in staat is om geen fysiek geweld te gebruiken of anderen te bedreigen.
Het stellen van beperkte doelen voor de resocialisatie is noodzakelijk om deze succesvol te laten verlopen. Reële doelen zouden in de ogen van onderzoeker zijn: het niet gebruiken van geweld en het niet gebruiken van harddrugs. Belangrijk daarbij is dat bij de begeleiding rekening wordt gehouden met de beperkingen die voortkomen uit zijn problematiek, maar ook dat hij strak aan afspraken wordt gehouden en er sprake is van een lik op stuk beleid bij overtredingen van de afspraken. De psychiater gaat ervan uit dat dit mogelijk moet zijn binnen het kader van de tbs met voorwaarden. Hij adviseert de tbs-maatregel met één jaar te verlengen.
Ter zitting heeft de deskundige daaraan nog het volgende toegevoegd. De ontwikkelingen in het behandeltraject van betrokkene na het pro justitia-rapport leiden niet tot een aanpassing van het advies, behalve voor wat betreft de duur: de psychiater weet niet of één jaar haalbaar is nu betrokkene bij een andere instelling zal worden geplaatst, waar het traject opnieuw moet worden ingezet. De psychiater ziet geen heil in omzetting van tbs met voorwaarden in tbs met verpleging van overheidswege. Vanwege zijn persoonlijkheidsprofiel en zijn beperkte leerbaarheid zou een dergelijke omzetting uiteindelijk kunnen leiden tot verblijf op een longstay-afdeling. Dit is niet proportioneel, nu het een situatie betreft waarin de kans op herhaling van gewelddadig gedrag weliswaar groot is, maar de ernst van dat geweld – op basis van het strafblad – een heel stuk kleiner is.

5.Het standpunt van de officier van justitie

De officier van justitie is ter zitting bij de vorderingen tot verlenging van de tbs en tot omzetting naar tbs verpleging van overheidswege gebleven.

6.Het standpunt van de verdediging

Betrokkene heeft naar voren gebracht dat hij inmiddels heeft geleerd dat toepassing van geweld geen oplossing is. Ook heeft hij toestemming gegeven voor inzage in zijn financiën. Hij is het niet eens met een omzetting. Bovendien vindt hij, hoewel hij nog niet helemaal klaar is, verlengen met twee jaar te lang.
De verdediging heeft primair bepleit de vordering tot omzetting naar tbs met verpleging van overheidswege af te wijzen. De gebeurtenissen genoemd door de reclasseringsinstellingen zijn onvoldoende relevant om omzetting te rechtvaardigen en omzetting is behandelinhoudelijk niet de juiste stap omdat betrokkene klinisch is uitbehandeld. Bovendien is omzetting vanuit veiligheidsoverwegingen niet nodig, omdat het recidiverisico beperkt is tot feiten van relatief geringe ernst. Omzetting zou niet proportioneel zijn.
Subsidiair is in het kader van die vordering verzocht de behandeling aan te houden ten behoeve van het laten opmaken van een maatregelenrapport waarin de route van geleidelijke resocialisatie die de psychiater heeft geadviseerd, wordt onderzocht.
Voor wat betreft de vordering tot verlenging van de tbs is verlenging met één jaar bepleit, zodat de rechtbank het tbs-traject van betrokkene op kortere termijn kan blijven volgen.

7.Het oordeel van de rechtbank

De rechtbank is bevoegd om van de vorderingen kennis te nemen, omdat zij in eerste aanleg kennis heeft genomen van de misdrijven ter zake waarvan de tbs is gelast.
De vordering tot verlenging van de tbs-maatregel is tijdig, dat wil zeggen niet eerder dan twee maanden en niet later dan één maand voor het tijdstip waarop de tbs door tijdsverloop zal eindigen, ingediend. De officier van justitie is ontvankelijk in zijn vordering.
- ten aanzien van de vordering tot omzetting van tbs met voorwaarden naar tbs met verpleging van overheidswege
Uit de rapporten van de reclasseringsinstellingen komt naar voren dat betrokkene zich tijdens zijn verblijf bij de Woenselse Poort niet altijd heeft gehouden aan de voorwaarde dat hij geen drugs gebruikt. Sinds zijn verblijf in CTP Veldzicht is geen sprake meer geweest van positieve urinecontroles. Volgens reclasseringsinstelling Tactus Verslavingszorg verliepen de verloven verder ook goed.
Het gedrag van betrokkene tijdens de klinische behandelingen in de Woenselse Poort en CTP Veldzicht kan strikt genomen worden geïnterpreteerd als het niet meewerken aan de behandeling, door het niet opvolgen van aanwijzingen van de behandelaars, en overigens ook het niet opvolgen van aanwijzingen van de reclassering. De psychiater heeft echter naar voren gebracht dat de mogelijkheden tot behandeling van de persoonlijkheidsproblematiek van betrokkene beperkt zijn en tot zijn persoonlijkheidsproblematiek behoort dat hij afspraken moeilijk nakomt. Volgens de psychiater is hij beperkt leerbaar en heeft hij gedurende de klinische behandelingen geleerd wat hij kon leren, met name op het gebied van omgaan met agressie en middelengebruik. Ten tijde van het opleggen van de maatregel van tbs met voorwaarden was de verwachting waarschijnlijk dat klinische behandeling meer effect kon hebben dan nu mogelijk is gebleken. De behandeling heeft er in ieder geval toe geleid dat gedurende de looptijd van de maatregel geen sprake meer is geweest van fysiek gewelddadig gedrag.
Het standpunt van reclasseringsinstelling Novadic Kentron dat betrokkene nog wel leerbaar is volgt de rechtbank overigens niet, nu dit – anders dan het standpunt van de psychiater – onvoldoende is onderbouwd.
Hoewel hij zich niet altijd aan de gemaakte afspraken heeft gehouden, heeft betrokkene in het geheel beschouwd de voorwaarden wel grotendeels nageleefd, waarbij de rechtbank betrekt de naar nu is gebleken beperkt behandelbare persoonlijkheidsproblematiek. Gelet hierop acht de rechtbank omzetting van de tbs met voorwaarden naar tbs met verpleging van overheidswege op dit moment niet proportioneel. Zij wijst de vordering hiertoe van de officier van justitie daarom af.
- ten aanzien van de vordering tot verlenging van de tbs met voorwaarden
De tbs kan slechts worden verlengd indien de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen of goederen de verlenging van de tbs met voorwaarden eist. Het recidivegevaar moet nog aanwezig zijn en dient voort te vloeien uit een ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling van de geestvermogens. Gelet op de adviezen van de
reclasseringsinstellingen en de externe gedragsdeskundige wordt nog steeds voldaan aan dit wettelijke criterium.
De rechtbank zal de tbs-maatregel dan ook verlengen, waarbij de vraag is of dit voor één of voor twee jaar nodig zal zijn. Op dit moment is nog niet concreet hoe het traject binnen de tbs met voorwaarden verder vormgegeven zal worden. Nu er weinig basis meer lijkt te bestaan voor een klinische behandelsetting zal bezien moeten worden binnen welke setting voortgegaan kan worden. Vast staat dat het resocialiseringstraject, buitenom de verloven vanuit de klinische opnames, tot nu toe nog niet is ingevuld. Als de tbs zou worden verlengd met een jaar, waarbij de tbs dan zou eindigen op 30 oktober 2022, resten vanaf nu nog ongeveer acht maanden, waarin dan voorzienbaar zou moeten zijn dat het vervolgpad, inclusief een volledig resocialisatietraject, in die periode voltooid kan worden. Daar komt nog bij dat betrokkene dit vervolgpad naar verwachting bij een nieuwe instelling zal starten, waaraan enige kennismakingstijd vooraf zal gaan. Gelet op de persoonlijkheidsproblematiek van betrokkene zal een resocialisatietraject naar verwachting van de rechtbank, net als de tbs met voorwaarden tot nu toe, verlopen met de nodige strubbelingen. Verlenging met één jaar zal dan ook onvoldoende zijn om het vervolgpad met resocialisatietraject af te kunnen ronden. De rechtbank zal de tbs-maatregel daarom met twee jaar verlengen.

8.De beslissing.

De rechtbank
- wijst af de vordering tot verpleging van overheidswege;
- wijst toe de vordering tot verlenging;
- verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling met voorwaarden van betrokkene met twee jaar.
Deze beslissing is gegeven door mr. E.F. Bethlehem, voorzitter, mr. N. van der Ploeg-Hogervorst en mr. A.B. Scheltema Beduin, rechters, in tegenwoordigheid van de griffier
mr. A.J. Moggré-Hengst en is uitgesproken ter openbare zitting op 16 februari 2022.