Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 15 augustus 2022 in de zaak tussen
De burgemeester van de gemeente Breda (de burgemeester).
Inleiding
Beoordeling door de voorzieningenrechter
1. Feiten
Bij brief van 15 oktober 2020 heeft de burgemeester verzoekster medegedeeld dat om onderzoek en advies is gevraagd aan het Landelijk Bureau Bibob (LBB). Het LBB heeft op 2 februari 2021 advies uitgebracht. In dat advies wordt geconcludeerd dat gelet op het zakelijk samenwerkingsverband tussen verzoekster en verzoeker ernstig gevaar bestaat dat de exploitatievergunning mede zal worden gebruikt om strafbare feiten te plegen.
- De heer [naam verzoeker] mag zich niet in het pand aan [adres eenmanszaak], althans de niet voor publiek toegankelijke delen daarvan, bevinden en hij mag geen bedrijfsmatige activiteiten op de werkvloer verrichten.
- Tussen vergunninghouder en [naam verzoeker] mag geen dienstverband bestaan.
- De heer [naam verzoeker] mag op geen enkele wijze bemoeienis hebben met de bedrijfsvoering.
- Vergunninghouder dient, gedurende vijf jaren, jaarlijks alle aangiften loonheffing van de onderneming te overleggen.
2. Gronden
3. Spoedeisend belang
Beslissing
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het bestreden besluit;
- herroept het primaire besluit;
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening af;
- draagt de burgemeester op het ter zake van het beroep en het verzoek om een voorlopige voorziening betaalde griffierecht van € 368,- aan verzoekers te vergoeden;
- veroordeelt de burgemeester in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 3.359,-.