ECLI:NL:RBZWB:2022:4665
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen WOZ-waarde vaststelling
Op 4 augustus 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen een belanghebbende en de heffingsambtenaar van de gemeente Waalwijk. De belanghebbende had beroep ingesteld tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar tegen de vaststelling van de WOZ-waarde van een onroerende zaak voor het kalenderjaar 2019. De rechtbank heeft vastgesteld dat het bezwaar niet tijdig was ingediend, aangezien het bezwaarschrift pas op 10 oktober 2019 was ontvangen, terwijl de wettelijke termijn voor indiening op 14 maart 2019 eindigde. De rechtbank oordeelde dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar was, omdat de belanghebbende erkende dat zij geen post had ontvangen over gemeentelijke belastingen door een wijziging in het postadres, wat haar eigen verantwoordelijkheid was.
De rechtbank heeft ook geoordeeld dat zij onbevoegd was om te oordelen over de beslissing van de heffingsambtenaar om de WOZ-aanslag niet ambtshalve te verminderen, aangezien deze beslissing niet vatbaar is voor bezwaar en beroep. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en de uitspraak werd openbaar uitgesproken door rechter R.P. Broeders in aanwezigheid van griffier N. van Asten. Een afschrift van het proces-verbaal is verzonden aan de partijen, met informatie over de mogelijkheid tot hoger beroep binnen zes weken na verzending.