In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, gedaan op 9 augustus 2022, worden de beroepen van eiser tegen de verleende omgevingsvergunning en terrasvergunning voor een terrasboot in Middelburg beoordeeld. Eiser, vertegenwoordigd door mr. K. Vaalburg, heeft bezwaar gemaakt tegen de vergunningen die zijn verleend door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Middelburg en de burgemeester. De rechtbank heeft de beroepen op 28 juni 2022 behandeld, waarbij zowel eiser als vertegenwoordigers van het college en de burgemeester aanwezig waren.
De rechtbank concludeert dat de vergunningen rechtmatig zijn verleend. Eiser woont op ongeveer 60 meter afstand van de beoogde locatie en stelt dat hij als belanghebbende kan worden aangemerkt. De rechtbank oordeelt dat de burgemeester en het college de belangen van omwonenden voldoende hebben meegewogen bij het verlenen van de vergunningen. De rechtbank wijst erop dat er voldoende parkeerplaatsen zijn en dat geluidsoverlast door muziekinstallaties op de terrasboot is uitgesloten.
Eiser heeft ook aangevoerd dat de vergunningen in strijd zijn met het Terrassenbeleid en de Dienstenrichtlijn. De rechtbank oordeelt dat de belangen van eiser niet onder de beschermingsomvang van de Dienstenrichtlijn vallen, omdat hij geen dienstverrichter is. De rechtbank verklaart de beroepen ongegrond, maar veroordeelt de burgemeester wel tot vergoeding van het griffierecht en de proceskosten aan eiser, omdat het bestreden besluit aanvankelijk door een onbevoegd bestuursorgaan is genomen. De totale proceskostenvergoeding bedraagt € 1.518,-.