Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
- De bekennende verklaring van verdachte afgelegd tijdens de zitting van 18 januari 2022;
- Het proces-verbaal aangifte van aangever [aangever 1] namens [bedrijf] d.d. 26 maart 2020, opgenomen op pagina 12 van het eindproces-verbaal met dossiernummer PL2000-2020075902 van de politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 119;
- Het aanvullend proces-verbaal Forensisch Onderzoek d.d. 3 september 2020.
- De bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter zitting van 18 januari 2022;
- Het proces-verbaal aangifte van aangever [aangever 2] namens [bedrijf] d.d. 26 maart 2020, opgenomen op pagina 18 van het eindproces-verbaal met dossiernummer PL2000-2020075902 van de politie Zeeland-West-Brabant, opgemaakt in de wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren en doorgenummerd van 1 tot en met 119.
in de periode van 25 maart 2020 tot en met 26 maart 2020 te Hilvarenbeek opzettelijk brand heeft gesticht bij dierenverblijven van [bedrijf] , immers heeft verdachte toen aldaar opzettelijk met een (ontstoken) aansteker de dierenverblijven aangestoken, ten gevolge waarvan die dierenverblijven geheel of gedeeltelijk zijn verbrand,
terwijl daarvan gemeen gevaar voor goederen (dieren), te duchten was;
hij op 26 maart 2020 te Hilvarenbeek
opzettelijk en wederrechtelijk een ruit die aan een ander, te weten aan [bedrijf] toebehoorde, heeft vernield.
5.Destrafbaarheid
6.De strafoplegging
De civiele zorgmachtiging is verlengd tot november 2022 en deze biedt momenteel een voldoende kader voor verdachte, als het gaat om de verplichting tot medicatie-inname, de behandeling van zijn stoornis. Er bestaat daarnaast inmiddels een goede samenwerking tussen de reclassering en de GGZ en verdachte heeft inmiddels een betere behandelrelatie met zijn behandelaars. Ook door de deskundigen is aangegeven dat de huidige combinatie van een civiel traject met een strafrechtelijk kader van ambulante forensische behandeling met daarbij begeleiding door de reclassering toereikend is om de recidive risico’s in te perken. Een korte voorwaardelijke vrijheidsstraf wordt voldoende geacht om ervoor te zorgen dat hij zich aan die voorwaarden blijft houden.
7.De benadeelde partij
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
ontslaat verdachte op dat onderdeel van alle rechtsvervolging;
een gevangenisstraf van zes (6) weken voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar;
bijzondere voorwaarden: