ECLI:NL:RBZWB:2022:4583
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de niet-ontvankelijkheid van bezwaar tegen algemeen verbindende voorschriften in het kader van een landbouwprogramma
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 8 augustus 2022, wordt het beroep van eiseres tegen de besluitvorming van de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit beoordeeld. Eiseres, die een bedrijf heeft dat gespecialiseerd is in het telen van veldsla, heeft bezwaar gemaakt tegen de niet-ontvankelijkverklaring van haar bezwaar tegen de algemeen verbindend verklaarde voorschriften van het Programma [naam programma 1]. De minister heeft op 30 december 2021 het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk verklaard, wat aanleiding gaf tot deze procedure.
De rechtbank heeft op 17 juni 2022 de zaak behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres en vertegenwoordigers van de minister aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat de minister het bezwaar van eiseres terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard, maar op een onjuiste grondslag. De rechtbank stelt vast dat de besluiten van de minister niet vatbaar zijn voor bezwaar en beroep, omdat het gaat om besluiten van algemene strekking die niet onder de reikwijdte van de Algemene wet bestuursrecht vallen.
De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is en vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand. De minister wordt veroordeeld tot betaling van het griffierecht en proceskosten aan eiseres. Deze uitspraak benadrukt de noodzaak voor belanghebbenden om de juiste procedures te volgen bij het aanvechten van besluiten die niet voor bezwaar en beroep vatbaar zijn.