ECLI:NL:RBZWB:2022:4541

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
5 augustus 2022
Publicatiedatum
5 augustus 2022
Zaaknummer
AWB- 22_2322 VV
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Bestuursprocesrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake subsidie energiedijken en getijdenenergie

Op 5 augustus 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoekster, een organisatie gevestigd in [vestigingsplaats verzoekers], beroep had ingesteld tegen een besluit van het college van gedeputeerde staten van de provincie Zeeland. Dit besluit, genomen op 21 december 2021, hield in dat de verleende subsidie van € 4.100.000,-- voor het project energiedijken en getijdenenergie op nihil werd vastgesteld. Verzoekster werd op 8 maart 2022 gemaand tot terugbetaling van € 3.700.000,-- aan ontvangen voorschotten, wat leidde tot het verzoek om een voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) besloten om geen zitting te houden. Tijdens de procedure is op 24 mei 2022 het faillissement van verzoekster uitgesproken. De curator heeft op 26 juli 2022 laten weten dat terugbetaling van de voorschotten op korte termijn niet mogelijk is, waardoor er geen sprake is van een spoedeisend belang.

Gelet op deze omstandigheden heeft de voorzieningenrechter geconcludeerd dat het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden afgewezen. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/2322 VV

uitspraak van 5 augustus 2022 van de voorzieningenrechter in de zaak tussen

[naam verzoekers], te [vestigingsplaats verzoekers], verzoekster.

en

het college van gedeputeerde staten van de provincie Zeeland, verweerder.

Procesverloop

Verzoekster heeft beroep ingesteld tegen het besluit van het college van 21 december 2021 (bestreden besluit) inzake het op nihil vaststellen van de verleende subsidie van € 4.100.000,-- voor het project energiedijken en getijdenenergie (hierna: het project).
Op 8 maart 2022 heeft is verzoekster gemaand tot terugbetaling van € 3.700.000,-- aan ontvangen voorschotten.
Daarop heeft zij de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is een zitting achterwege gebleven.

Overwegingen

1. Op grond van artikel 8:81, eerste lid, van de Awb kan de voorzieningenrechter van de rechtbank die bevoegd is of kan worden in de hoofdzaak, op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.
2. Op 24 mei 2022 is het faillissement van verzoekster uitgesproken. Op 26 juli 2022 heeft de curator laten weten dat van terugbetaling van de voorschotten op korte termijn geen sprake kan zijn en dat, gelet daarop, geen sprake is van een spoedeisend belang.
3. Dat leidt de voorzieningenrechter tot de conclusie dat het verzoek om voorlopige voorziening moet worden afgewezen. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.P. Broeders, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. P.H.M. Verdonschot, griffier, op 5 augustus 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
P.H.M. Verdonschot, griffier R.P. Broeders, voorzieningenrechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.