Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.De beslissing
geen straf of maatregel wordt opgelegd.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 5 augustus 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van brandstichting, winkeldiefstallen, het negeren van winkelverboden en joyriding. De rechtbank oordeelde dat de ernst van de feiten relatief gering was, mede door de psychiatrische problemen en alcoholproblematiek van de verdachte. De verdachte, geboren in 1971, had zich schuldig gemaakt aan meerdere strafbare feiten, waaronder het opzettelijk in brand steken van kleding in een huurwoning, wat gevaar voor de woning met zich meebracht. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte geen boos opzet had en dat de brandstichting voortvloeide uit een zelfmoordpoging. De rechtbank heeft geen straf of maatregel opgelegd, maar heeft wel een zorgmachtiging overwogen om de kans op recidive te verlagen. De rechtbank heeft de verdachte schuldig verklaard zonder oplegging van straf of maatregel, rekening houdend met de persoonlijke omstandigheden en de psychiatrische problematiek van de verdachte. De beslissing is genomen na een zorgvuldige afweging van de feiten en omstandigheden, waarbij de rechtbank ook de overschrijding van de redelijke termijn in een van de zaken heeft meegewogen.