In deze zaak heeft de kinderrechter op 22 juli 2022 uitspraak gedaan over het verzoek van de gecertificeerde instelling (GI) tot verlenging van de ondertoezichtstelling van de minderjarigen [minderjarige 1] en [minderjarige 2]. De kinderrechter heeft het verzoek afgewezen, omdat niet is voldaan aan de wettelijke vereisten voor ondertoezichtstelling. Ondanks dat er een ontwikkelingsbedreiging is vastgesteld bij de minderjarigen, is er geen bewijs dat de ouders de noodzakelijke zorg niet of onvoldoende accepteren. De ouders hebben samen met de GI gewerkt aan positieve veranderingen in de opvoeding en de situatie van de kinderen is verbeterd. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de ouders meewerken aan de hulpverlening en dat de kinderen goed functioneren op school en in hun sociale omgeving. De kinderrechter heeft ook zorgen geuit over de regievoering van de GI en het gebrek aan recente en gedetailleerde informatie over de ondertoezichtstelling. De beslissing is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken, met de mogelijkheid voor hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak.