Uitspraak
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De voorvragen
4.De beoordeling van het bewijs
5.De strafbaarheid
6.De strafoplegging
7.Het beslag
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
een gevangenisstraf van 7 maanden;
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Op 9 augustus 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 22 april 2022 ruim 14 kilogram hennep heeft ingevoerd. De verdachte, geboren in 1982 en gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting te Middelburg, werd bijgestaan door zijn raadsvrouw, mr. Koop-Van Vliet. Tijdens de zitting op 26 juli 2022 hebben de officier van justitie, mr. J.F.M. Kerkhofs, en de verdediging hun standpunten gepresenteerd. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding geldig was en dat de officier van justitie ontvankelijk was in de vervolging. De verdachte had een bekennende verklaring afgelegd, en de rechtbank achtte het feit wettig en overtuigend bewezen op basis van de processen-verbaal van bevindingen en de kennisgeving van inbeslagneming.
De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet. De officier van justitie had een gevangenisstraf van 9 maanden geëist, maar de verdediging pleitte voor een lagere straf, rekening houdend met de omstandigheden waaronder het delict was gepleegd. De rechtbank hield rekening met de ernst van het feit en de eerdere veroordelingen van de verdachte in Frankrijk. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 7 maanden, met aftrek van het voorarrest. Tevens werd de teruggave van een in beslag genomen geldbedrag van € 333,- gelast.