ECLI:NL:RBZWB:2022:4270

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
20 juli 2022
Publicatiedatum
29 juli 2022
Zaaknummer
C/02/399542 / FA RK 22/3135
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voortzetting van crisismaatregel voor betrokkene met verstandelijke beperking en psychische stoornis

Op 20 juli 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg, een beschikking gegeven inzake de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene met een verstandelijke beperking en vermoedelijke psychische stoornis. De rechtbank heeft deze beschikking verleend naar aanleiding van een verzoek van de officier van justitie tot verlenging van de crisismaatregel, zoals bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz). De betrokkene, geboren in 2003, verblijft momenteel in de accommodatie van Stichting Emergis te Kloetinge. Tijdens de mondelinge behandeling op 20 juli 2022 zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de betrokkene zelf, haar ouders, de geneesheer-directeur en de verpleegkundig specialist.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van een samenloop van problematiek, waarbij de betrokkene lijdt aan een verstandelijke beperking en vermoedelijk ook aan een psychische stoornis. De betrokken hulpverleners hebben aangegeven dat er momenteel geen geschikte plek beschikbaar is in de VG-sector, wat leidt tot een zorgelijke situatie voor de betrokkene. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de crisismaatregel noodzakelijk is om ernstig nadeel voor de betrokkene en haar omgeving te voorkomen. De rechtbank heeft de machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel verleend voor de duur van drie weken, met de nadruk op de noodzaak om binnen deze termijn een behandelplek in de VG-sector te realiseren.

De rechtbank heeft ook de voorgestelde vormen van verplichte zorg goedgekeurd, waaronder toediening van medicatie, medische controles, en beperking van de bewegingsvrijheid. De rechtbank heeft de zorgen van de ouders en hulpverleners over de situatie van de betrokkene serieus genomen en benadrukt dat er snel actie ondernomen moet worden om een passende behandelplek te vinden. De beschikking is mondeling gegeven door rechter M. Voorn en is op 29 juli 2022 schriftelijk uitgewerkt.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Team Familie- en Jeugdrecht
Locatie Middelburg
Zaaknummer: C/02/399542 / FA RK 22/3135
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 20 juli 2022van de rechtbank Zeeland-West-Brabant, locatie Middelburg naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[naam],
geboren op [geboortedag] 2003 te [gemeente] ,
wonende te [adres] ,
thans verblijvende in de accommodatie van Stichting Emergis te Kloetinge,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. S. van de Voorde te Middelburg.

1.Procesverloop

1.1
Het procesverloop blijkt uit:
- het verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 18 juli 2022.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
- een afschrift van de beschikking van de burgemeester van de gemeente Goes tot het nemen van de crisismaatregel van 15 juli 2022;
- een episode journaal van 15 juli 2022;
- de medische verklaring van 15 juli 2022;
- de gegevens over eerder afgegeven machtigingen ingevolge de Wvggz;
- een afschrift van de justitiële documentatie waaruit blijkt dat zij hierin niet voorkomt;
- een afschrift van de politiemutaties van de afgelopen drie maanden;
- een brief van de geneesheer-directeur, mevrouw [naam] , van 18 juli 2022.
1.2
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 20 juli 2022, in de hierboven genoemde accommodatie.
1.3
Tijdens de mondelinge behandeling waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, die apart is gehoord in het bijzijn van haar advocaat;
- de ouders van betrokkene, tevens wettelijk vertegenwoordigers van betrokkene;
- mevrouw [naam] , geneesheer-directeur;
- de heer [naam] , verpleegkundig specialist, behandelaar.
1.4
De officier is zoals hij reeds aangaf in zijn verzoek niet op de mondelinge behandeling verschenen en dus ook niet gehoord.

2.Verzoek

2.1
De officier van justitie verzoekt de rechtbank een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor betrokkene te verlenen.

3.Standpunten

3.1
Bij aanvang van de mondelinge behandeling bleek dat betrokkene niet in staat was de mondelinge behandeling bij te wonen nu dit te veel prikkels voor haar zou geven. In een apart gesprek met de rechter voorafgaand aan de mondelinge behandeling heeft betrokkene aangegeven niet langer te willen blijven binnen de accommodatie. Zij vertelde dat het niet goed, maar ook niet slechter gaat. Het is hetzelfde gebleven. Betrokkene kan niet vertellen hoe zij haar toekomst ziet.
3.2
Namens betrokkene heeft de advocaat tijdens de mondelinge behandeling naar voren gebracht dat betrokkene niet thuis hoort binnen een accommodatie voor geestelijke gezondheidszorg (hierna: GGz), maar dat zij bij een accommodatie binnen de verstandelijke gehandicapten (hierna: VG) sector thuis hoort. Alhoewel de medische verklaring zeer summier is opgesteld kan op dit moment niet anders dan dat het verzoek om voortzetting van de crisismaatregel wordt toegewezen. Het is nu ook niet veilig genoeg om betrokkene naar huis te laten gaan. De advocaat vindt het belangrijk dat betrokkene alsnog binnen de duur van de machtiging wordt geplaatst binnen een accommodatie van de VG-sector. Verder merkt de advocaat op dat er te veel tijd heeft gezeten tussen het toepassen van verplichte zorg in het kader van de crisismaatregel en het daadwerkelijk nemen van de crisismaatregel. Nu vanuit de wet hier geen sancties op volgen voor de voortzetting van de crisismaatregel is dit verder niet van invloed op de behandeling van onderhavig verzoek.
3.3
De geneesheer-directeur geeft tijdens de mondelinge behandeling aan dat bij betrokkene sprake is van samenloop problematiek. Betrokkene heeft een verstandelijke beperking waarbij zij jonger dan haar kalenderleeftijd reageert op sociaal en emotioneel vlak. Door de problematiek vanuit haar verstandelijke beperking heeft betrokkene ook psychiatrische klachten ontwikkelt die kunnen worden gekenmerkt als een psychische stoornis. De meest passende zorg voor betrokkene vind je binnen de VG-sector, maar daar is geen plek voor acute gevallen zoals voor betrokkene. De VG-sector is in onvoldoende mate ingericht met crisisbedden en daarnaast zijn er wachttijden voor een langdurig verblijf. Gelet op de ontwikkelde psychiatrische klachten is zij daarom voor nu het meest op haar plek binnen de huidige accommodatie. In de tussentijd zullen alle mogelijkheden om betrokkene zo snel als mogelijk binnen de VG-sector over te plaatsen worden onderzocht. De geneesheer-directeur bevestigt dat de crisismaatregel niet tijdig is genomen en zal de ouders in een gesprek op hun klachtrecht wijzen. Zij is het daarnaast eens dat de medische verklaring erg summier is opgesteld en heeft de betreffende psychiater hier op aangesproken.
3.4
De behandelaar onderschrijft hetgeen de geneesheer-directeur naar voren heeft gebracht. Betrokkene functioneert op sociaal vlak als een acht jarige en op emotioneel vlak als een zes jarige. Op cognitief niveau functioneert betrokkene op een hoger niveau. De ouders van betrokkene hebben alles geprobeerd om betrokkene thuis te kunnen houden, maar betrokkene haar problematiek vraagt om professionele zorgverlening die haar ouders niet kunnen bieden. Betrokkene wordt snel overvraagd waardoor de klachten die zij ervaart verergeren en waarvoor nodig is geweest in te grijpen omdat zij anders zichzelf en andere beschadigt. Betrokkene moet dan vaak vastgehouden worden door meerdere verpleegkundigen wat de situatie soms verergert of traumatisch maakt. Om de situatie hanteerbaar te houden is het nodig dat de crisismaatregel wordt voorgezet, zodat betrokkene tijdig kan worden geïsoleerd, waardoor een escalatie als voornoemd kan worden voorkomen. Er is inmiddels een plek voor betrokkene gevonden binnen de VG-sector, maar over het wanneer kan pas meer duidelijkheid worden gegeven na de zomervakanties. De behandelaar zal in de tussentijd zich blijven inzetten om betrokkene zo spoedig mogelijk te laten overplaatsen binnen de VG-sector nu dit de meest passende plek voor haar is.
3.5
De ouders van betrokkene geven aan dat het thuis niet langer gaat. Zij zouden hun dochter graag thuis willen hebben, maar denken ook aan hun eigen en de veiligheid van de andere kinderen. Zij willen het beste voor hun dochter en staan daarom achter het verzoek.

4.Beoordeling

4.1
Bij beschikking van de burgemeester van de gemeente Goes van 15 juli 2022 is ten aanzien van betrokkene een crisismaatregel genomen. Op basis daarvan is betrokkene opgenomen en verblijft zij momenteel in de accommodatie van Stichting Emergis te Kloetinge, op de afdeling High Intensive Care (HIC).
4.2
Het vermoeden bestaat dat betrokkene lijdt aan een psychische stoornis, te weten
neurobiologische ontwikkelingsstoornissen (o.a. verstandelijke beperkingen en autismespectrumstoornissen) en schizofreniespectrum- en andere psychotische stoornissen. Uit de overgelegde stukken en het behandelde tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in levensgevaar, ernstig lichamelijk letsel, maatschappelijke teloorgang, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is. Het ernstige vermoeden bestaat dat dit onmiddellijk dreigend ernstig nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit de hierboven genoemde psychische stoornis. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
4.3
De rechtbank overweegt hiertoe als volgt. Betrokkene is naast haar psychische stoornis bekend met een verstandelijke beperking. De betrokken hulpverleners zijn al een langere periode intensief op zoek naar een passende behandelplek. De overtuiging is dat zodra er passende zorg komt bij de verstandelijke beperking, de psychische stoornis naar de achtergrond zal geraken, dan wel dat deze voor betrokkene hanteerbaar wordt. De betrokken hulpverleners zijn er tot op heden niet in geslaagd een passende behandelplek en daarmee passende zorg voor betrokkene te realiseren. Dit heeft te maken met een tekort aan beschikbare plaatsen in de zogenaamde VG-sector (verstandelijk gehandicapten sector). Dit heeft naar het oordeel van de betrokken hulpverleners tot de huidige schrijnende situatie geleid, waarin de psychische stoornis van betrokkene de overhand heeft gekregen. Zodanig dat er zeer ernstig nadeel ontstaat voor betrokkene. Gebleken is dat er ernstig nadeel dreigt waaronder in ieder geval een groot gevaar voor ernstig lichamelijk letsel, ook voor de mensen om haar heen. Zo hebben de hulpverleners zich al meerdere keren genoodzaakt gezien betrokkene te kalmeren door tegen de grond te drukken met meerdere mensen tegelijk, zodat zij zichzelf en anderen niet kon beschadigen door middel van slaan, schoppen en hoofdbonken. Daarnaast doet betrokkene suïcidale en bedreigende uitspraken, hetgeen zeer zorgelijk is en angst veroorzaakt bij ouders en hulpverleners.
4.4
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat anders dan de in de crisismaatregel genoemde zorg, de volgende vormen van verplichte zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden, te weten:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- opnemen in een accommodatie.
De rechtbank zal het verzoek tot voortzetting van de overige in de crisismaatregel opgenomen vormen van verplichte zorg afwijzen, omdat tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat er geen aanleiding bestaat voor het toepassen daarvan.
4.5
Betrokkene verzet zich tegen de hiervoor genoemde vormen van verplichte zorg. Betrokkene wil niet binnen de huidige accommodatie verblijven.
4.6
Er zijn op dit moment geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
4.7
De rechtbank is van oordeel dat de voorgestelde verplichte zorg evenredig is en naar verwachting effectief. Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
4.8
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, voor de duur van drie weken. De rechtbank acht het zeer zorgelijk dat het de VG-sector niet is gelukt om binnen een aanvaardbare termijn een behandelplek voor betrokkene te realiseren. De rechtbank constateert dat door het ontbreken van een passende behandelplek binnen de VG-sector, de psychische stoornis de overhand heeft gekregen en betrokkene in een crisissituatie terecht is gekomen. De behandelaren doen hun uiterste beste om de situatie hanteerbaar, veilig en menselijk te houden. Tegelijkertijd is behandeling binnen de GGz niet toereikend. Daar komt nog bij dat de rechtbank met de advocaat en de betrokken hulpverleners van oordeel is dat als niet snel een behandelplek binnen de VG-sector beschikbaar komt, het risico bestaat dat door gebrek aan passende zorg betrokkene verder verslechtert en daarmee een plek binnen de VG-sector wordt verspeeld omdat de situatie te complex is geworden. Gelet op het vorenstaande acht de rechtbank het noodzakelijk dat binnen de termijn van drie weken van deze machtiging een behandelplek binnen de VG-sector beschikbaar komt.

5.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren op [geboortedag] 2003 te [gemeente] ;
inhoudende dat bij wijze van verplichte zorg de volgende maatregelen kunnen worden getroffen:
- toediening van medicatie;
- verrichten van medische controles;
- beperken van de bewegingsvrijheid;
- insluiten;
- uitoefenen van toezicht op betrokkene;
- onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
- opnemen in een accommodatie;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met
10 augustus 2022;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is mondeling gegeven door mr. M. Voorn, rechter en in het openbaar uitgesproken op 20 juli 2022 in tegenwoordigheid van E.C. Cornelisse als griffier, en op 29 juli 2022 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.