ECLI:NL:RBZWB:2022:4248
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake toekenning maatwerkvoorziening WMO
Op 27 juli 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen [naam persoon] en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Breda. [naam persoon] heeft beroep ingesteld tegen de beslissing op bezwaar van 8 maart 2022, die betrekking had op de toekenning van een maatwerkvoorziening op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, specifiek in de vorm van een woningaanpassing. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep kennelijk niet-ontvankelijk is, omdat [naam persoon] het verschuldigde griffierecht van € 50,- niet tijdig heeft betaald. De griffier heeft [naam persoon] herhaaldelijk in de gelegenheid gesteld om het griffierecht te voldoen, maar dit is niet gebeurd. De rechtbank heeft in overeenstemming met artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan, aangezien er geen verontschuldigbare reden is gegeven voor het niet betalen van het griffierecht. De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.