ECLI:NL:RBZWB:2022:4095
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening WIA-uitkering
Op 22 juli 2022 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in de zaak tussen Dichtbij B.V., t.h.o.d.n. Dichtbij bewindvoering, als verzoeker, en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV), als verweerder. Verzoeker heeft bezwaar gemaakt tegen het besluit van 3 juni 2022 van het UWV, waarin de aanvraag voor een WIA-uitkering werd geweigerd. Verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen, omdat hij sinds 17 maart 2022 geen inkomsten ontvangt en in een financiële noodsituatie verkeert.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat er geen zitting heeft plaatsgevonden op grond van artikel 8:83, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechter heeft vastgesteld dat verzoeker een spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening, maar dat de kans van slagen van het bezwaar gering is. De voorzieningenrechter heeft de argumenten van verzoeker beoordeeld, waaronder de medische rapportages van het UWV, en geconcludeerd dat er onvoldoende aanknopingspunten zijn om te oordelen dat het bestreden besluit niet stand kan houden.
Uiteindelijk heeft de voorzieningenrechter het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, met de overweging dat verzoeker geen aanvullende gronden of stukken heeft ingediend om zijn standpunt te onderbouwen. De uitspraak is openbaar gemaakt en er staat geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.