ECLI:NL:RBZWB:2022:3903
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering omgevingsvergunning voor dakkapel in strijd met bestemmingsplan
In deze uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 13 juli 2022, wordt het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het gedeeltelijk vervangen van een dakkapel beoordeeld. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een omgevingsvergunning voor een dakkapel aan de [adres] 28a in [woonplaats]. Het college van burgemeester en wethouders van Tilburg had op 10 september 2020 de gevraagde vergunning verleend, maar heeft deze op 2 augustus 2021 herroepen na bezwaar van een derde partij, [naam derde-partij]. De rechtbank behandelt de vraag of de derde partij als belanghebbende kan worden aangemerkt en of de weigering van de vergunning terecht was.
De rechtbank oordeelt dat de derde partij belanghebbende is, omdat zijn perceel grenst aan dat van eiseres en hij zicht heeft op de dakkapel. De rechtbank concludeert dat het college de omgevingsvergunning terecht heeft geweigerd, omdat het gebruik van het pand in strijd is met het bestemmingsplan. Eiseres had betoogd dat de vergunning van rechtswege was verleend, maar de rechtbank volgt haar hierin niet. De rechtbank stelt vast dat het college tijdig op de aanvraag heeft beslist en dat er geen sprake is van een van rechtswege verleende vergunning.
De rechtbank vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand, omdat het college het gebrek heeft hersteld en de gevraagde omgevingsvergunning redelijkerwijs kon weigeren. Eiseres krijgt een vergoeding voor haar proceskosten en het griffierecht. De uitspraak benadrukt de noodzaak van zorgvuldige motivering bij besluiten van het college en de rol van het bestemmingsplan in de beoordeling van omgevingsvergunningen.