Uitspraak
[minderjarige] (hierna: [minderjarige] ),geboren te [geboorteplaats] op 8 december 2011.
wonende te [woonplaats] ,
advocaat: mr. N. Schuerman te Rotterdam.
wonende op een bij de rechtbank bekend adres,
advocaat: mr. F.C.M. Maat-Oldenhof te ’s-Heer Arendskerke,
1.Het procesverloop
2.De feiten
3.Het verzoek
4.De beoordeling
Uit de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting blijkt dat tussen partijen niet in geschil is dat de man niet de biologische vader van [minderjarige] is. Ook de bijzondere curator gaat hiervan uit, nadat zij met alle betrokkenen heeft gesproken. De man is in het leven van [minderjarige] gekomen toen zij (blijkens de verklaringen in gesprek met de bijzondere curator) ongeveer twee/tweeënhalf jaar was. De aanleiding voor de erkenning van [minderjarige] was gelegen in de zwangerschap van de moeder van het halfzusje van [minderjarige] , [halfzusje minderjarige] . Partijen hadden de wens om de kinderen dezelfde achternaam te laten dragen en zodoende hebben zij ervoor gekozen dat de man [minderjarige] ook zou erkennen. Gelet op het voorgaande staat voor de rechtbank in voldoende mate vast dat de man niet de verwekker van [minderjarige] is. Een nader DNA-onderzoek ter bevestiging hiervan wordt niet nodig geacht.
5.De beslissing
KG
- door de verzoekers en degenen aan wie een afschrift van de beschikking is verstrekt of verzonden, binnen drie maanden na de dag van de uitspraak,
- door andere belanghebbenden binnen drie maanden na de betekening daarvan of nadat de beschikking aan hen op een andere wijze bekend is geworden.