ECLI:NL:RBZWB:2022:3861

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
13 juli 2022
Publicatiedatum
14 juli 2022
Zaaknummer
C/02/386912 / HA ZA 21-357
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid van administratie- en advieskantoor voor niet tijdig aanvragen van NOW-regeling

In deze civiele zaak, behandeld door de Rechtbank Zeeland-West-Brabant, vordert de eiseres, Zeeuws Veilinghuis B.V., een schadevergoeding van de gedaagde, Administratie- en Advieskantoor Vis B.V., wegens het niet tijdig aanvragen van de NOW 2-regeling. De eiseres stelt dat de gedaagde, als haar adviseur, een zorgplicht had om ook toekomstige tegemoetkomingen aan te vragen, terwijl de gedaagde betwist dat er een opdracht voor NOW 2 was gegeven. De rechtbank oordeelt dat de gedaagde niet heeft voldaan aan zijn zorgplicht door de eiseres niet tijdig te informeren over de aanvraagtermijn van NOW 2. De rechtbank laat de eiseres toe om bewijs te leveren dat zij aan de voorwaarden voor NOW 2 voldeed en dat zij schade heeft geleden door het niet tijdig indienen van de aanvraag. De rechtbank overweegt ook dat de eiseres een eigen verantwoordelijkheid had om de aanvraag te monitoren, wat kan leiden tot een vermindering van de vergoedingsplicht van de gedaagde. De zaak is aangehouden voor verdere bewijslevering en beoordeling.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Handelsrecht
Middelburg
zaaknummer / rolnummer: C/02/386912 / HA ZA 21-357
Vonnis van 13 juli 2022
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ZEEUWS VEILINGHUIS B.V.,
gevestigd te Middelburg,
eiseres,
advocaat mr. R.A.A. Maat,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
ADMINISTRATIE-EN ADVIESKANTOOR VIS B.V.,
gevestigd te 's-Heer Arendskerke,
gedaagde,
advocaat mr. W.A.M. Rupert.
Partijen zullen hierna Zeeuws Veilinghuis en Vis genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verdere verloop van de procedure blijkt uit:
  • het tussenvonnis van 6 oktober 2021;
  • de brief van Zeeuws Veilinghuis ingekomen op 9 mei 2022 met producties 17 en 18;
  • de zittingsaantekeningen van de griffier van de mondelinge behandeling op 24 mei 2022, met daarbij de spreekaantekeningen van mr. M.B.G. Stevens.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
Zeeuws Veilinghuis exploiteert een veilinghuis.
2.2.
Vis is een administratie- en advieskantoor en verleent diensten op financieel, administratief en fiscaal gebied.
2.3.
Vis verrichtte voornoemde diensten jarenlang aan Zeeuws Veilinghuis op basis van een overeenkomst van opdracht. Onder de vaste werkzaamheden die Vis doorlopend voor Zeeuws Veilinghuis verrichtte vielen de loonadministratie, de pensioenadministratie, de btw-administratie en het opstellen van de jaarrekening. Deze werkzaamheden werden maandelijks gefactureerd.
2.4.
Op de overeenkomst van opdracht tussen partijen zijn de ‘Algemene leverings-, betalings- en uitvoeringsvoorwaarden van Administatie- en Advieskantoor Vis B.V.’ van toepassing. In artikel 2 lid b van deze voorwaarden is opgenomen:
‘De werkzaamheden van een opdrachtnemer (kunnen) betreffen (ondermeer) het voeren van een complete boekhouding c.q. administratie ten behoeve van de opdrachtgever, het opstellen van jaarstukken, het verzorgen van belastingaangiftes en de eventuele vervolgen daarop, het adviseren inzake vraagstukken van financiële, fiscale en/of bedrijfskundige aard, alsmede alle handelingen en verrichtingen die gelet op de rechtsverhouding en de daaruit voortvloeiende opdracht dienstig kunnen zijn in verband met de hierboven genoemde werkzaamheden.’
2.5.
In artikel 8 lid a van de voorwaarden staat:
‘De opdrachtnemer is tegenover de opdrachtgever slechts aansprakelijk voor schade die deze zelf lijdt als rechtstreeks gevolg van tekortkomingen van de opdrachtnemer of van personen in zijn dienst die bij de vervulling van de opdracht zijn begaan, indien en voor zover deze tekortkomingen onder normale omstandigheden bij normale vakkennis en met inachtneming van normale oplettendheid en wijze van vakuitoefening vermeden hadden kunnen worden, één en ander behoudens de hierna omschreven nadere beperkingen.’
2.6.
In artikel 8 lid e van de voorwaarden is – voor zover relevant - het volgende opgenomen:
‘De opdrachtgever dient de in dit artikel genoemde tekortkomingen te melden binnen 1 maand, nadat hij/zij hiervan op de hoogte is gekomen, dan wel redelijkerwijs had moeten zijn, bij gebreke waarvan iedere aansprakelijkheid van de opdrachtnemer is uitgesloten. …’
2.7.
In het voorjaar van 2020 heeft de Rijksoverheid in verband met de gevolgen van het coronavirus op de economie voor werkgevers een pakket steunmaatregelen ingesteld, waaronder de regeling tegemoetkoming loonkosten. Deze tegemoetkoming voor geleden omzetverlies, Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud (hierna NOW) genoemd, diende door werkgevers, dan wel een door hen aangestelde gemachtigde, aangevraagd te worden bij UWV.
2.8.
Naar aanleiding van de berichtgeving over het pakket heeft Zeeuws Veilinghuis contact opgenomen met Vis met de vraag wat deze regelingen precies inhielden. Vis heeft Zeeuws Veilinghuis toen medegedeeld even te wachten omdat zij een mailing hierover aan de klanten zou zenden waarin alles duidelijk zou worden. Deze mailing is op 3 april 2020 aan de klanten van Vis, waaronder Zeeuws Veilinghuis, verzonden. In de mailing werd, naast andere regelingen, de regeling NOW uitgelegd waarbij Vis aangaf de aanvraag voor de klanten in geval van omzetverlies te kunnen regelen.
2.9.
Bij e-mail van 6 april 2020 heeft Zeeuws Veilinghuis aan Vis - voor zover relevant - het volgende laten weten:
‘Wil je voor ons ook de ‘Tegemoetkoming loonkosten’ regelen? Op 18 februari hadden wij onze laatste veiling. We zitten hierdoor dus al een tijdje zonder omzet. Wel hebben we eind vorige maand pas de afrekeningen verstuurd van die veiling. Op het moment dat wij de afrekeningen maken boeken wij ook de provisie. We hebben dus in maart nog wel omzet gehad, hoeveel kun je op afstand zien in onze boekhouding. We denken ook in de komende maanden niet te kunnen veilen. …’
2.10.
Vis heeft de NOW aangevraagd bij UWV. UWV heeft de aanvraag goedgekeurd en Zeeuws Veilinghuis heeft een voorschot op de tegemoetkoming loonkosten ontvangen over de periode maart tot en met mei 2020. De eerste termijn van uitbetaling van het voorschot werd in april 2020 door Zeeuws Veilinghuis ontvangen, de volgende twee termijnen in de maanden daarop. De toewijzingsbeschikking van UWV is door UWV aan Zeeuws Veilinghuis toegezonden. In deze beschikking was opgenomen dat de regeling werd toegekend over de maanden maart tot en met mei 2020.
2.11.
Vis heeft de door haar ter zake de aanvraag NOW verrichte werkzaamheden op 30 april 2020 gedeclareerd voor een bedrag van € 75,00.
2.12.
Op 20 mei 2020 werd door de Rijksoverheid bekend gemaakt dat er een tweede NOW-regeling, NOW 2, in het leven zou worden geroepen voor de maanden juni tot en met september 2020. Zeeuws Veilinghuis werd hier op dat moment ook mee bekend.
2.13.
De NOW 2 regeling is voor Zeeuws Veilinghuis niet tijdig aangevraagd. Zeeuws Veilinghuis heeft geen tegemoetkoming loonkosten onder NOW 2 verkregen.

3.Het geschil

3.1.
Zeeuws Veilinghuis vordert, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, veroordeling van Vis tot betaling van € 47.939,80 aan haar, vermeerderd met de wettelijke rente over
€ 45.284,00 vanaf 1 oktober 2020 tot de dag van voldoening en over € 2.655,79 vanaf 11 juni 2021 tot de dag van voldoening met veroordeling van Vis in de kosten van de procedure. Zeeuws Veilinghuis legt aan haar vordering primair ten grondslag dat onder de op 6 april 2020 aan Vis verstrekte opdracht voor het aanvragen van de regeling tegemoetkoming loonkosten NOW ook viel het verzorgen van de aanvraag voor eventuele toekomstige tegemoetkomingen loonkosten, waaronder de regeling tegemoetkoming loonkosten NOW 2. Een separate opdracht voor NOW 2 was niet nodig. Vis heeft actief, door het doen uitgaan van de mailing, al het werk met betrekking tot de regeling naar zich toegetrokken. Vis heeft NOW 2 niet tijdig voor Zeeuws Veilinghuis aangevraagd, waardoor Zeeuws Veilinghuis de tegemoetkoming loonkosten NOW 2 niet heeft ontvangen. Vis is aansprakelijk voor de door Zeeuws Veilinghuis hierdoor geleden schade, door Zeeuws Veilinghuis begroot op het bedrag van de misgelopen tegemoetkoming loonkosten van
€ 45.939,80 te vermeerderen met primair de werkelijke kosten ex artikel 6:96 BW en subsidiair met de buitengerechtelijke kosten van € 2.228,00. Voor het geval de aanvraag van de NOW 2 regeling niet onder de aan Vis verstrekte opdracht valt, stelt Vis zich op het standpunt dat Vis zich niet heeft gekweten van haar zorgplicht ex artikel 7:401 Burgerlijk Wetboek (hierna BW) in de uitvoering van de werkzaamheden die in opdracht van Zeeuws Veilinghuis aan Vis zijn verstrekt. Op basis van de bestaande adviesrelatie en lopende opdracht voor NOW had Zeeuws Veilinghuis erop mogen rekenen dat Vis ook toekomstige tegemoetkomingen loonkosten voor haar zou aanvragen. Vis had zicht op de omzetontwikkeling van Zeeuws Veilinghuis en had met die wetenschap de aanvraag NOW 2 voor Zeeuws Veilinghuis moeten regelen. Vis heeft verzuimd Zeeuws Veilinghuis te informeren dat een separate opdracht nodig was voor een vervolg op de loonkostensubsidie. Hierdoor is de aanvraag NOW 2 niet tijdig ingediend, waardoor Zeeuws Veilinghuis de tegemoetkoming loonkosten is misgelopen. Vis dient de door Zeeuws Veilinghuis geleden schade te vergoeden.
3.2.
Vis voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering en veroordeling van Zeeuws Veilinghuis, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, in de proceskosten en de nakosten. Vis legt aan haar verweer primair ten grondslag dat op grond van artikel 8 sub 3 van haar algemene voorwaarden iedere aansprakelijkheid van Vis is vervallen omdat Zeeuws Veilinghuis de door haar gestelde tekortkoming niet binnen een maand na ontdekking hiervan bij Vis heeft gemeld. Zeeuws Veilinghuis heeft zich ongeveer 12 weken na de laatste voorschotbetaling door UWV en 8 weken nadat zij voor het eerst moet hebben gemerkt – op om omstreeks 15 juli 2020 - dat geen aanvullend voorschot volgde, bij Vis gemeld. Nu Zeeuws Veilinghuis de melding pas op 7 september 2020 bij Vis heeft gedaan, is dat te laat. Door de te late melding is Vis benadeeld nu de aanvraagtermijn van NOW 2 op 31 augustus 2020 was verstreken. Had Zeeuws Veilinghuis tijdig aan de bel getrokken, dan had Vis tijdig NOW 2 kunnen aanvragen. Subsidiair stelt Vis zich op het standpunt dat de opdracht tot het regelen van NOW niet inhield de opdracht toekomstige regelingen loonkosten aan te vragen. Zeeuws Veilinghuis heeft geen aparte opdracht gegeven voor de aanvraag van NOW 2. Voorts heeft Vis zijn zorgplicht niet geschonden door niet te wijzen op, of te adviseren tot het gebruikmaken van, de NOW 2 regeling. Van een doorlopende adviesrelatie was geen sprake. Het eenmalig informeren over een regeling als de NOW en de verzorging van de aanvraag hiervan houden geen verplichting in aanvragen te doen van, of informatie te geven over, eventuele toekomstige regelingen. Vis had geen goed zicht op de financiële situatie van Zeeuws Veilinghuis en de te verwachten omzet. Gezien de geplande veilingen van Zeeuws Veilinghuis in de bewuste periode, had Vis ook geen reden aan te nemen dat de omzetverwachting slecht was. Er was geen aanleiding om bij Zeeuws Veilinghuis de verdere NOW-steun onder de aandacht te brengen. Zeeuws Veilinghuis heeft geen schade geleden nu zij niet heeft aangetoond dat zij recht zou hebben gehad op NOW 2. Als zij al schade heeft geleden, dan komt deze geheel, dan wel gedeeltelijk, door eigen schuld voor haar rekening.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Vervalbeding van toepassing?

4.1.
Op grond van artikel 8 sub 3 van de tussen partijen geldende algemene voorwaarden komt iedere aansprakelijkheid van Vis te vervallen indien Zeeuws Veilinghuis de door haar gestelde tekortkoming niet binnen een maand na ontdekking hiervan bij Vis heeft gemeld. De rechtbank gaat hieraan voorbij. Toen Zeeuws Veilinghuis zich op 7 september 2020 bij Vis meldde, was zij nog niet op de hoogte van het feit dat Vis NOW 2 niet voor haar had aangevraagd en dus niet op de hoogte van de door haar gestelde tekortkoming. De gestelde tekortkoming werd haar pas op 7 september 2020 duidelijk doordat Vis haar liet weten NOW 2 niet te hebben aangevraagd. Nog dezelfde dag heeft Zeeuws Veilinghuis de door haar gestelde tekortkoming aan Vis laten weten, getuige de als productie 7 bij de dagvaarding overgelegde correspondentie tussen partijen. Nu de melding binnen een maand na ontdekking van de beweerde tekortkoming heeft plaatsgevonden, heeft het vervalbeding geen toepassing.
Opdracht aanvraag NOW 2?
4.2.
De rechtbank volgt de lezing van Zeeuws Veilinghuis dat de mail van 6 april 2020 een instructie betrof voor de aanvraag van alle mogelijke toekomstige tegemoetkomingen loonkosten niet. De opdracht ziet enkel op de aanvraag van de toenmalig geldende NOW. NOW 2 en verdere tegemoetkomingen loonkosten betreffen nieuwe regelingen met andere voorwaarden en deze bestonden op het moment van deze mail nog niet. De rechtbank stelt vast dat Zeeuws Veilinghuis met haar e-mail van 6 april 2020 geen opdracht heeft gegeven voor het aanvragen van NOW 2. De vraag is dan of de aanvraag van een tegemoetkoming loonkosten dan wel het geven van advies hierover valt onder de algemene doorlopende opdracht die Zeeuws Veilinghuis aan Vis heeft gegeven voor het verrichten van diensten op financieel, administratief en fiscaal gebied. Op de mondelinge behandeling is duidelijk geworden dat de aanvraag tegemoetkoming loonkosten niet valt onder de gebruikelijk door Vis voor Zeeuws Veilinghuis verrichte werkzaamheden, er was – volgens beide partijen – sprake van een incidenteel geval. De rechtbank gaat er op basis hiervan vanuit dat de aanvraag tegemoetkoming loonkosten buiten de gebruikelijke vorm van dienstverlening – waarvoor geen aparte opdracht nodig is - viel. Op basis daarvan had Zeeuws Veilinghuis niet mogen verwachten dat Vis de aanvraag voor NOW 2 uit eigen beweging zou hebben gedaan. Voor de eerste aanvraag NOW werd immers ook een aparte opdracht gegeven en deze werd separaat gefactureerd. Aan de orde komt dan of en in hoeverre de tussen partijen bestaande relatie die gebaseerd is op de doorlopende opdracht inhoudt dat Vis Zeeuws Veilinghuis uit eigen beweging had moeten informeren en/of adviseren over NOW 2.
Zorgplicht opdrachtnemer
4.3.
De rechtbank overweegt dat bij aansprakelijkheid uit opdracht de norm centraal staat dat een beroepsbeoefenaar ten opzichte van zijn cliënt de zorgvuldigheid in acht moet nemen die van een redelijk bekwaam en redelijk handelend vakgenoot mag worden verwacht. Deze zorgplicht is ook vervat in het tussen partijen geldende artikel 8 lid 1 van de algemene voorwaarden: Vis is aansprakelijk voor door de cliënt geleden schade als er sprake is van een tekortkoming die onder normale omstandigheden bij normale vakkennis en met inachtneming van normale oplettendheid en wijze van vakuitoefening vermeden had kunnen worden. Een adviseur dient zich onder omstandigheden ook buiten zijn opdracht te begeven. Als professional moet hij soms waarnemingen buiten die opdracht in de richting van opdrachtgever vertalen naar adviezen of waarschuwingen. De rechtbank is van oordeel dat Vis in het onderhavige geval, ook buiten een opdracht tot de aanvraag van NOW 2 om, Zeeuws Veilinghuis had moeten adviseren en waarschuwen. Vis wist immers dat er mogelijk belang was bij de aanvraag van de tweede tegemoetkoming loonkosten nu zij de eerste aanvraag ook geregeld had en deze zelf – door een mailing hierover te versturen met het aanbod de aanvraag voor de klant te verrichten – had geïnitieerd. Daarbij oordeelt de rechtbank van belang dat Zeeuws Veilinghuis op de mondelinge behandeling heeft gesteld ook al voor de mailing bij Vis aan de bel te hebben getrokken voor advies over de steunmaatregelen waarbij zij heeft aangegeven hier geen kennis van te hebben. Zij wilde gebruik maken van de expertise van Vis. Vis heeft dit niet betwist. Vis wist dus dat Zeeuws Veilinghuis niet over de expertise beschikte de aanvraag van de coronasteunmaatregelen, en dus ook die voor NOW 2, zelf te verrichten. Daarnaast heeft Zeeuws Veilinghuis in haar e-mail van 6 april 2020 aan Vis de verwachting uitgesproken ook de komende maanden geen veilingen te hebben. Vis had daar toch minimaal uit kunnen afleiden dat Zeeuws Veilinghuis ook na de aanvraag van de eerste NOW mogelijk behoefte zou hebben aan eventuele opvolgende steunmaatregelen. Ook heeft Vis na de aanvraag NOW nog nadere werkzaamheden verricht voor Zeeuws Veilinghuis in het kader van de coronasteunregelingen. Zij heeft Zeeuws Veilinghuis daarvoor in juni 2020 gefactureerd. Weliswaar zagen deze werkzaamheden op een andere regeling van coronasteun, de tegemoetkoming vaste lasten (TVL), maar voor Vis moet op basis hiervan duidelijk zijn geweest dat Zeeuws Veilinghuis ook rond juni 2020 belang had bij het aanvragen van coronasteun, en dus mogelijk ook belang bij de aanvraag van NOW 2. Vis had, als de jarenlange vaste adviseur van Zeeuws Veilinghuis en laatstelijk als adviseur over de coronasteun, dit belang – gezien ook de grote bedragen die met de coronasteun gemoeid zijn - moeten bewaken en Zeeuws Veilinghuis geruime tijd voor afloop van de aanvraagtermijn dienen te informeren over de aanwezigheid van NOW 2 inclusief de aanvraagtermijn en te waarschuwen dat zij NOW 2 niet (automatisch) voor haar zou aanvragen. Zeeuws Veilinghuis had dit dan zelf kunnen doen of Vis daartoe opdracht kunnen geven. Het standpunt van Vis dat zij geen tijd heeft gehad iedere klant over NOW 2 te benaderen, overtuigt de rechtbank niet, nu ter zitting is komen vast te staan dat de eerste NOW slechts door vijf klanten is aangevraagd. De rechtbank is van oordeel dat een dermate laag aantal klanten eenvoudig gewaarschuwd had kunnen - en in het geval van Zeeuws Veilinghuis gezien voornoemde redenen had moeten - worden met de mededeling dat NOW 2 kon worden aangevraagd en Vis in het kader van deze vervolgaanvraag NOW 2 niet (automatisch) zou optreden als de behartiger van hun belangen. Nu Vis dit heeft verzuimd, heeft Vis niet als goed opdrachtnemer gehandeld en haar zorgplicht geschonden. Vis is in beginsel aansprakelijk voor de hierdoor door Zeeuws Veilinghuis geleden schade.
Causaal verband tekortkoming en schade
4.4.
Tussen partijen is niet in geschil dat Zeeuws Veilinghuis de aanvraag NOW 2 tijdig zou hebben (laten) verrichten als zij had geweten dat Vis deze niet zou aanvragen. Vis betwist wel dat de aanvraag zou zijn toegewezen, nu Zeeuws Veilinghuis daartoe onvoldoende heeft gesteld. Zeeuws Veilinghuis heeft op de mondelinge behandeling medegedeeld aan alle voorwaarden voor NOW 2 te hebben voldaan, zodat toewijzing in de rede zou hebben gelegen. Daarbij heeft Zeeuws Veilinghuis de definitieve toewijzing van de eerste NOW overgelegd en de voorlopige toewijzing van een vierde aanvraagperiode NOW. Uit deze stukken volgt volgens haar dat ook de tweede aanvraagperiode zou zijn toegewezen, omdat de voorwaarden nagenoeg voor alle aanvraagperiodes hetzelfde zijn. De rechtbank oordeelt dat Zeeuws Veilinghuis voldoende heeft voldaan aan haar stelplicht. De stellingen en overgelegde stukken zijn vooralsnog echter niet voldoende om vast te stellen dat Zeeuws Veilinghuis aan alle voorwaarden voor de toekenning van NOW 2 heeft voldaan. Nu de bewijslast ter zake op haar rust, zal Zeeuws Veilinghuis worden toegelaten tot het bewijs van feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat zij aan de voorwaarden voor de toekenning van NOW 2 heeft voldaan. Indien zij in dit bewijs slaagt, zal de rechtbank vaststellen dat het aannemelijk is dat Zeeuws Veilinghuis, bij tijdige indiening, de NOW 2 regeling toegekend zou hebben gekregen. Alsdan oordeelt de rechtbank dat er sprake is van een causaal verband tussen de tekortkoming aan de kant van Vis en de door Zeeuws Veilinghuis geleden schade ter hoogte van de misgelopen tegemoetkoming loonkosten.
4.5.
Als Zeeuws Veilinghuis niet slaagt in haar bewijsopdracht, dan zal haar vordering worden afgewezen.
4.6.
Mocht Zeeuws Veilinghuis slagen in haar bewijsopdracht, dan is het aan haar, gelet op de betwisting daarvan door Vis, haar schade te bewijzen. Zeeuws Veilinghuis heeft op de mondelinge behandeling laten weten dat er fouten zitten in haar schadeberekening en dat het door haar opgevoerde schadebedrag onjuist is. Zij heeft verder medegedeeld dat zowel het bewijs dat zij aan de voorwaarden voor toekenning van NOW 2 voldoet, als het bewijs omtrent (de hoogte van) de tegemoetkoming door haar zal moeten worden geleverd door middel van inschakeling van een deskundige, nu zij tot vaststelling hiervan zelf niet in staat is. Gelet op de gemotiveerde betwisting door Vis zal de rechtbank Zeeuws Veilinghuis toelaten tot het bewijs van feiten en omstandigheden waaruit de hoogte blijkt van de tegemoetkoming loonkosten die bij tijdige indiening van de aanvraag NOW 2 aan haar zou zijn toegekend.
4.7.
Indien Zeeuws Veilinghuis bewijs wenst te leveren, is, gezien de complexiteit van de vaststelling of Zeeuws Veilinghuis aan de voorwaarden van NOW 2 voldoet en de daaruit voortvloeiende schadeberekening, een deskundigenbericht aangewezen. De rechtbank is voorlopig van oordeel dat kan worden volstaan met de benoeming van één deskundige op het gebied van boekhouding of accountancy en dat de volgende vragen dienen te worden voorgelegd, waarbij bij de vraagstelling rekening wordt gehouden met het feit dat niet met absolute zekerheid valt vast te stellen wat de beslissing van UWV ten aanzien van de toekenning van NOW 2 zou zijn geweest, zodat een voldoende mate van waarschijnlijk vast moet komen te staan:
Kunt u aangeven hoe waarschijnlijk het is dat Zeeuws Veilinghuis voldeed aan alle voorwaarden voor toekenning van de tegemoetkoming loonkosten over de periode juni 2020 tot en met september 2020 aangeduid als NOW 2 zoals opgenomen in de Tweede tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid?
Indien op grond van vraag 1 enige mate van waarschijnlijkheid wordt vastgesteld: tot welke bedrag zou de NOW 2 door UWV aan Zeeuws Veilinghuis naar alle waarschijnlijkheid zijn toegekend?
Zijn er nog andere punten die u naar voren wilt brengen waarvan de rechter volgens u kennis dient te nemen bij de verdere beoordeling?
4.8.
De rechtbank zal, voordat tot inschakeling van een deskundige wordt overgegaan, partijen in de gelegenheid stellen zich uit te laten over het aantal en het specialisme van de te benoemen deskundige(n) en over de aan de deskundige(n) voor te leggen vragen. Indien partijen zich wensen uit te laten over de persoon van de te benoemen deskundige(n), dienen zij daarbij aan te geven over welke deskundige(n) zij het eens zijn, dan wel tegen wie zij gemotiveerd bezwaar hebben. Voorts zal de rechtbank Zeeuws Veilinghuis in de gelegenheid stellen zich uit te laten over of de inschakeling van een deskundige voldoende is voor de uitvoering van haar bewijsopdrachten of dat zij naast dit bewijs nog op andere wijze bewijs, bijvoorbeeld door het horen van getuigen, wenst te leveren. De rechtbank zal de zaak hiertoe naar de rol verwijzen.
4.9.
De rechtbank ziet geen aanleiding om af te wijken van het uitgangspunt van de wet, dat het voorschot op de kosten van de deskundige(n) in beginsel door de eisende partij moet worden gedeponeerd. Dit voorschot zal daarom door Zeeuws Veilinghuis moeten worden betaald.
Eigen schuld
4.10.
Vis heeft gewezen op de eigen verantwoordelijkheid van Zeeuws Veilinghuis; zij had als werkgever de plicht om toe te zien op het traject van de tegemoetkoming loonkosten. Zij had immers als enige partij zicht op wat UWV aan haar had toegekend en voor welke duur. Het komt voor haar rekening en risico als Vis niet beschikte over alle relevante NOW-informatie. Zeeuws Veilinghuis heeft volgens Vis onvoldoende acht geslagen op de inhoud van de NOW-stukken, waardoor zij zich niet tijdig bij Vis heeft gemeld. Ten slotte stelt Vis dat Zeeuws Veilinghuis pas ruim 12 weken na ontvangst van het laatste NOW-voorschot en 8 weken nadat zij voor het eerst moet hebben gemerkt dat geen aanvullend voorschot volgde, bij Vis aan de bel heeft getrokken. Had zij dit eerder gedaan, dan had Vis de aanvraag NOW 2 tijdig kunnen indienen, dan wel had zij zelf de aanvraag in kunnen dienen, en had zij geen schade geleden. Vis heeft te lichtvaardig tot ‘ontzorging’ geconcludeerd. De rechtbank volgt Vis in haar standpunt. Als (grotere) ondernemer heeft Zeeuws Veilinghuis ook een eigen verantwoordelijkheid om zaken die van groot belang zijn voor haar onderneming in de gaten te houden. Feit is dat Zeeuws Veilinghuis door bestudering van de – onbetwist - door haar ontvangen UWV stukken had kunnen weten dat de eerste tegemoetkoming loonkosten van beperkte duur was en daarvan aantekening kunnen maken. Zeeuws Veilinghuis heeft erkend dat zij meteen na aankondiging door de Rijksoverheid van NOW 2 in mei 2020 hiervan op de hoogte was. Zeeuws Veilinghuis had na afloop van de periode van de eerste NOW in mei 2020 bij Vis kunnen checken of de NOW 2 aangevraagd was. Degene die dergelijke zaken bij Zeeuws Veilinghuis regelde, de heer [a], heeft ter mondelinge behandeling verklaard werkzaam te zijn geweest bij een accountantskantoor en moet hiertoe voldoende capabel geacht worden. De rechtbank acht daarbij tevens het door beide partijen op de zitting erkende feit dat de toekenning door UWV en de eerste betaling van NOW 2 half juli 2020 te verwachten waren van belang. Zowel over juli als over augustus 2020 heeft Zeeuws Veilinghuis niet door gehad dat zij geen toekenning door UWV ontving en ook geen betalingen (meer) ontving, althans zij heeft daarover niets bij Vis gemeld. Het mag van een ondernemer verwacht worden haar zaken dusdanig op orde te hebben, dat het haar opvalt als er geen stukken binnenkomen over de verwachte tegemoetkoming loonkosten en deze ook meerdere keren niet wordt uitbetaald. Drukte op de zaak, zoals Zeeuws Veilinghuis ter zitting als reden heeft opgevoerd, mag hiervoor geen beletsel zijn, althans kan niet in het nadeel van Vis werken. Had Zeeuws Veilinghuis haar verantwoordelijkheid op dit vlak genomen, dan had de NOW 2 aanvraag tijdig verzorgd kunnen worden, al dan niet door Vis. De door Zeeuws Veilinghuis geleden schade is daarmee ook ontstaan door omstandigheden die mede aan haarzelf kunnen worden toegerekend. Alles afwegende, is de rechtbank van oordeel dat de billijkheid vereist dat de vergoedingsplicht van Vis op grond van eigen schuld als bedoeld in artikel 6:101 BW zal worden verminderd met 50 procent.
Vervolg procedure
4.11.
De rechtbank geeft partijen nog in overweging om, nu de uitgangspunten zijn vastgesteld en partijen aan de hand daarvan mogelijk gezamenlijk tot een vaststelling of Zeeuws Veilinghuis recht zou hebben gehad op de tegemoetkoming loonkosten NOW 2 en een berekening van de schade kunnen komen, nogmaals te betrachten onderling tot overeenstemming te komen, teneinde aktewisseling, het inwinnen van een deskundigenadvies en verdere kosten te voorkomen.
4.12.
Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
laat Zeeuws Veilinghuis toe, om door alle middelen rechtens bewijs te leveren van feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat zij aan de voorwaarden voor de toekenning van NOW 2 heeft voldaan en, indien zij in dit bewijs slaagt, waaruit de hoogte blijkt van de tegemoetkoming loonkosten die bij tijdige indiening van de aanvraag NOW 2 aan haar zou zijn toegekend;
5.2.
verwijst de zaak naar de rolzitting van
woensdag 27 juli 2022 te 10.00 uuropdat Zeeuws Veilinghuis dan bij akte aangeeft of en zo ja op welke wijze zij dit bewijs wenst te leveren;
5.3.
bepaalt dat Zeeuws Veilinghuis zich op de rol van
27 juli 2022bij akte kan uitlaten over de aangekondigde deskundigenrapportage, zoals overwogen onder rechtsoverweging 4.7. en tevens de eventuele nadere schriftelijke stukken in het geding kan brengen en/of kan meedelen of zij bewijs door getuigen wil laten leveren, waarna Vis daarop bij antwoordakte kan reageren;
5.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. E.A. Mulders en in het openbaar uitgesproken op 13 juli 2022.