ECLI:NL:RBZWB:2022:3656

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
1 juli 2022
Publicatiedatum
1 juli 2022
Zaaknummer
AWB- 20_9986
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hersteluitspraak inzake griffierecht in bestuursrechtelijke procedure

Op 1 juli 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant een hersteluitspraak gedaan in de zaak met nummer AWB-20_9986. Deze uitspraak volgt op een eerdere uitspraak van 16 juni 2022, waarin een evidente onjuistheid is vastgesteld met betrekking tot het griffierecht. In de eerdere uitspraak werd ten onrechte vermeld dat de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie verplicht was om een griffierecht van € 354,- te vergoeden. De rechtbank heeft nu vastgesteld dat het juiste bedrag € 178,- is.

De hersteluitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, en is openbaar gemaakt op 1 juli 2022. De griffier, mr. T.A.A. van Hooijdonk, was niet in de gelegenheid om de uitspraak te ondertekenen. Het is belangrijk op te merken dat tegen deze hersteluitspraak geen rechtsmiddel openstaat en dat deze uitspraak geen invloed heeft op de termijn voor hoger beroep tegen de oorspronkelijke uitspraak.

Deze zaak benadrukt het belang van nauwkeurigheid in juridische uitspraken, vooral met betrekking tot financiële verplichtingen zoals griffierechten. De rechtbank heeft de nodige stappen ondernomen om de fout te corrigeren en de juiste informatie aan de betrokken partijen te verstrekken.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT

Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 20/9986
hersteluitspraak van 1 juli 2022 ter verbetering van de uitspraak van de rechtbank van 16 juni 2022 in het geding tussen

[naam verzoeker] te [plaatsnaam] , verzoeker,

gemachtigde: mr. M.J.J.E. Stassen,
en

de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, verweerder.

Overwegingen

Op 16 juni 2022 heeft de rechtbank uitspraak gedaan in bovengenoemde zaak.
Gebleken is dat in deze uitspraak een evidente onjuistheid is vermeld. Het betreft het griffierecht. De rechtbank heeft overwogen dat verweerder verplicht is het griffierecht van
€ 354,- te vergoeden. Dat moet zijn het griffierecht van € 178,-.

Beslissing

De rechtbank herstelt de uitspraak op de wijze zoals hiervoor aangegeven.
Deze uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, in aanwezigheid van mr. T.A.A. van Hooijdonk, griffier, op 1 juli 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
De griffier is niet in de gelegenheid om de uitspraak te tekenen.
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open. Voorts brengt deze uitspraak geen wijziging in de termijn voor hoger beroep tegen de oorspronkelijke uitspraak.