ECLI:NL:RBZWB:2022:3640

Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Datum uitspraak
30 juni 2022
Publicatiedatum
1 juli 2022
Zaaknummer
AWB- 22_2417
Instantie
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de rechtbank inzake verzoek om verstrekking persoonlijk dossier door Belastingdienst/Toeslagen

Op 30 juni 2022 heeft de Rechtbank Zeeland-West-Brabant uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke zaak tussen een eiseres en de Belastingdienst/Toeslagen. Eiseres had beroep ingesteld omdat zij van mening was dat verweerder niet tijdig haar persoonlijk dossier had verstrekt. De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat het verzoek om verstrekking van het dossier niet kan worden aangemerkt als een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit betekent dat de bepalingen van de Awb over beroepen tegen het niet tijdig nemen van besluiten niet van toepassing zijn in deze zaak.

De rechtbank heeft besloten om partijen niet uit te nodigen voor een zitting, omdat dit op grond van artikel 8:54 van de Awb niet nodig was. De rechtbank heeft zich onbevoegd verklaard om kennis te nemen van het beroep, aangezien het niet tijdig verstrekken van een dossier niet gelijkgesteld kan worden aan het niet tijdig nemen van een besluit. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat het verzoek om het dossier te verstrekken was doorgestuurd naar de service afdeling van de Belastingdienst.

Als gevolg van de onbevoegdheid van de rechtbank zal het door eiseres betaalde griffierecht worden teruggestort en is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, in aanwezigheid van griffier mr. E.A. Vermunt, en is openbaar gemaakt op www.rechtspraak.nl.

Uitspraak

RECHTBANK ZEELAND-WEST-BRABANT
Bestuursrecht
zaaknummer: BRE 22/2417

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 30 juni 2022 in de zaak tussen

[naam eiseres] , uit [plaatsnaam] , eiseres

en

Belastingdienst/Toeslagen, verweerder.

Inleiding

Deze uitspraak gaat over het beroep dat eiseres heeft ingesteld omdat verweerder volgens haar niet tijdig het persoonlijk dossier heeft verstrekt.

Overwegingen

De rechtbank nodigt partijen niet uit voor een zitting, omdat dat op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in deze zaak niet nodig is.
Eiseres heeft verzocht om verweerder op te dragen het persoonlijk dossier te overleggen.
De rechtbank is van oordeel dat het verstrekken van een volledige dossier door verweerder aan een procespartij niet als een besluit in de zin van artikel 1:3 van de Awb kan worden aangemerkt, nu een dergelijke handeling niet is gericht op rechtsgevolg. Het niet tijdig verstrekken van een volledig dossier is daarmee evenmin als een niet tijdig nemen van een besluit aan te merken. Dat betekent dat de bepalingen in Awb over beroepen gericht tegen het niet tijdig nemen van besluiten in dit geval niet van toepassing zijn. De rechtbank is daarom onbevoegd om van het beroepschrift kennis te nemen.
De rechtbank merkt ten overvloede op dat in het verweerschrift is aangegeven dat het verzoek om het persoonlijk dossier te verstrekken is doorgestuurd naar de service afdeling.
De rechtbank zal zich kennelijk onbevoegd verklaren om van het beroep kennis te nemen.
Omdat de rechtbank onbevoegd is om kennis te nemen van het ingestelde beroep, zal het door eiseres betaalde griffierecht worden teruggestort.
Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart zich onbevoegd;
- gelast de griffier het betaalde griffierecht terug te storten.
Deze uitspraak is gedaan door mr. S.A.M.L. van de Sande, rechter, in aanwezigheid van
mr. E.A. Vermunt, griffier, op 30 juni 2022 en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.