ECLI:NL:RBZWB:2022:3605
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening en terugvordering van Tozo-uitkering door het college van burgemeester en wethouders van Tilburg
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 30 juni 2022 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een singer-songwriter, en het college van burgemeester en wethouders van Tilburg. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een uitkering op grond van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo) en ontving deze uitkering over verschillende periodes. Echter, na een anonieme fraudemelding heeft het college besloten om de Tozo-uitkering van eiseres over de maanden juli 2020 tot en met maart 2021 deels te herzien en deels in te trekken. Dit leidde tot een terugvordering van een bedrag van € 9.156,73.
Eiseres heeft tegen het besluit van het college beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat zij in haar belangen was geschaad doordat er geen verslag van de hoorzitting in bezwaar was meegestuurd. Daarnaast stelde zij dat de terugvordering van de Tozo-uitkering over de maanden november 2020 en maart 2021 onterecht was. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiseres niet kon aantonen dat zij in haar belangen was geschaad en dat de terugvordering terecht was, omdat de inkomsten uit de verhuur van een camper en chalets als inkomen moesten worden aangemerkt. De rechtbank concludeerde dat eiseres de inkomsten had moeten doorgeven, zodat het college kon beoordelen of dit invloed had op haar recht op de Tozo-uitkering.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat er geen reden was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en partijen zijn geïnformeerd over de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.