ECLI:NL:RBZWB:2022:3587
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Opleggen van een last onder bestuursdwang tot sluiting van een woning op basis van de Opiumwet
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 juni 2022 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening en een beroep tegen het besluit van de burgemeester van de gemeente Hulst. De burgemeester had op 25 april 2022 besloten om de woning van verzoeker, gelegen aan [adres verzoeker] te [woonplaats verzoeker], voor een periode van drie maanden te sluiten op grond van de Opiumwet. Dit besluit volgde op de ontdekking van een hennepkwekerij met 148 hennepplanten tijdens een politie-inval op 19 januari 2022. Verzoeker stelde dat een criminele organisatie verantwoordelijk was voor de hennepkwekerij en dat hij niet verantwoordelijk kon worden gehouden voor de situatie in zijn woning.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening en het beroep ongegrond verklaard. De rechter oordeelde dat de burgemeester bevoegd was om de sluiting op te leggen en dat de beslissing in overeenstemming was met het beleid. De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de sluiting noodzakelijk was om de criminele activiteiten te stoppen en om een signaal af te geven aan de buurt. Verzoeker had voldoende mogelijkheden om tijdelijke huisvesting te vinden en de voorzieningenrechter was van mening dat de sluiting van de woning niet onevenredig nadelig was voor verzoeker.
De voorzieningenrechter heeft de begunstigingstermijn voor de sluiting verlengd tot 5 juli 2022, zodat verzoeker de tijd had om zijn tijdelijke huisvesting te regelen. De uitspraak is openbaar gedaan en geanonimiseerd gepubliceerd op rechtspraak.nl. Er is geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding.