ECLI:NL:RBZWB:2022:3582
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van het beroep tegen de beslissing tot vaststelling van het definitief ontwerp voor de herinrichting van de Markt en Haven
In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres van 5 juli 2021 tegen de beslissing van verweerder van 25 mei 2021 tot vaststelling van het definitief ontwerp voor de herinrichting van de Markt en Haven te [plaatsnaam]. De rechtbank heeft het beroep op 28 juni 2022 op zitting behandeld, waarbij de gemachtigde van eiseres en vertegenwoordigers van verweerder aanwezig waren. De rechtbank oordeelt dat het beroep niet-ontvankelijk is, omdat het zich niet richt tegen een besluit zoals bedoeld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Volgens de rechtbank is de vaststelling van een (her)inrichtingsplan niet gericht op enig rechtsgevolg, waardoor het geen besluit is in de zin van artikel 1:3 van de Awb. De rechtbank legt uit dat de tekening van het definitief ontwerp geen recht geeft om een terras te exploiteren, aangezien dit recht pas ontstaat na het aanvragen en verlenen van een terrasvergunning. Eiseres kan de kwestie bij de burgerlijke rechter aan de orde stellen als zij vindt dat haar belangen onevenredig worden geschaad door de gemeentelijke plannen. De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk en deze uitspraak is gedaan door mr. L.P. Hertsig, rechter, in aanwezigheid van mr. M.H.C. van Spreuwel, griffier. De uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 28 juni 2022.