ECLI:NL:RBZWB:2022:3548
Rechtbank Zeeland-West-Brabant
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing herzieningsverzoek bijstandsuitkering en boete
In deze zaak heeft de rechtbank Zeeland-West-Brabant op 28 juni 2022 uitspraak gedaan in een beroep tegen de afwijzing van een herzieningsverzoek door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Dongen. Eiser, die sinds 3 maart 2016 een bijstandsuitkering ontving, had eerder een verzoek tot herziening ingediend na de intrekking van zijn uitkering en de oplegging van een boete wegens schending van de inlichtingenplicht. Het college had het verzoek om herziening afgewezen, wat eiser aanvocht.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het college in het bestreden besluit voldoende aandacht heeft geschonken aan de bezwaren van eiser. Eiser voerde aan dat zijn argumenten niet inhoudelijk waren beoordeeld en dat er nieuwe feiten waren, maar de rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van nieuwe feiten of omstandigheden die niet eerder konden worden aangevoerd. De rechtbank concludeerde dat het college terecht had besloten dat er geen aanleiding was om het herzieningsverzoek te honoreren.
De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en oordeelde dat het college bevoegd was om het herzieningsverzoek af te wijzen. Eiser had geen nieuwe bewijsstukken overgelegd en zijn argumenten waren eerder al gemotiveerd weerlegd. De rechtbank besloot dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.